Een bijzonder dagje Veluwe had ik gisteren, dat kan ik gerust zeggen. Samen met Kylian heb ik twee monitoringsrondes voor de reptielen gelopen, iets wat niet gebruikelijk is voor het midden van de zomervakantie. Normaal zijn er in deze tijd van het jaar amper reptielen te vinden door de vele zonuren en warmte. Ze houden zich gedeisd. Maar mijn insteek was dat dit geen normale zomer is (of misschien juist wel, in elk geval een echte Hollandse) en dat er bovendien genoeg te beleven is op de Veluwe mocht het qua reptielen tegenvallen.
We begonnen in een droog heidegebied. Het was een haast herfstachtige ochtend. Flink fris en een koele bries. Toch was de zon er aan een strakblauwe hemel, waardoor het snel opwarmde en het daardoor niet lang koud was. De vlinders in het gebied maakten optimaal gebruik van deze eerste zonnestralen en warmden uitgebreid op genietend van de nectar van de eerste bloeiende struikhei. De eerste vlinder die me opviel was een heivlinder, een soort die veel last heeft gehad van de droge zomers, maar in dit gebied opvallend aanwezig, veel meer dan vorig jaar. Het is een erg vliegerige soort, maar zo in de ochtendzon liet hij zich mooi fotograferen. Ook zag ik een paar bruine vuurvlinders, een soort van de hoge zandgronden. Ik had hem hier al wel eens gezien, maar zo mooi…

Ook de reptielen bleven niet achter. Voor midden in de zomer telden we opvallend veel zandhagedissen: voor elke vinger één. Ook vond ik al vrij snel een zwangere gladde slang die haar toekomstige jongen alvast wat warmte gunde. Voor het eerst in lange tijd in dit gebied zag ik bovendien weer hazelwormen: twee stuks. Een levendbarende hagedis maakte de score van dit gebied compleet.

Het tweede gebied was nat. En ook écht nat, zoals het hoort. Niet van dat uitgedroogde veenmos van vorig jaar, maar van dat natte spul waar je blote voeten in sandalen zo lekker doorheen soppen. Inmiddels was het aardig opgewarmd, waardoor mijn hoop op een goeie score reptielen wel zo’n beetje vergaan was. Maar ach, dan was er vast wel wat anders leuks.
Toch was er voor elke teen een zandhagedis te vinden, dus dat plaatje was mooi compleet. Verder lieten de soorten lang op zich wachten. Maar dat gaf niks, want ik vermaakte me prima met de massaal aanwezige libellen.
Al snel zag ik één van mijn doelsoorten, naast de reptielen: de venglazenmaker. Een soort die bezig is aan de aftocht in Nederland. Vroeger nog vrij algemeen, maar in het zuiden is hij inmiddels verdwenen, op de Veluwe nog maar in lage aantallen in enkele gebieden en ook in het noorden flink zeldzaam. In dit monitoringsgebied leeft hij dus nog, maar het is de vraag voor hoe lang nog.

Dat hij het zwaar heeft in dit gebied werd geïllustreerd door een tweetal andere soorten. Al bekend was dat de grote keizerlibel meehelpt met het laten verdwijnen van de venglazenmaker. Naast droge zomers en stikstofneerslag heeft het beestje ook last van de concurrentiestrijd. Dat geldt vooral voor de larven, die onder water leven, maar mogelijk dat knokpartijen om territoria in de lucht ook te veel energie kosten.
In hetzelfde beeld als de venglazenmaker zag ik al zeker drie grote keizerlibellen. En inderdaad werd er flink wat gestoeid en gebuiteld in de lucht. Om het plaatje van de stille ramp helemaal compleet te maken liet de nieuwere vervanger van de venglazenmaker zich ook nog zien. Er vlogen ook nog twee zuidelijke keizerlibellen rond. Normaal zit die helemaal niet in veengebieden, maar de soort is inmiddels algemeen genoeg geworden om ook in minder typische gebieden op te duiken. Normaal een mooie soort natuurlijk, die ik vorige maand nog prachtig op de foto zette, maar nu vond ik het vooral droevig om te beseffen dat die mooie zuidelijke soort de noordelijke vervangt.

Tijdens de rest van de ronde kwam ik uiteindelijk tot een stuk of vijf venglazenmakers, tegen dus twee zuidelijke keizerlibellen. Hoelang zal die eerste nog in de meerderheid zijn? Vijf territoriale mannetjes is sowieso al erg weinig als je het hele leefgebied doorkruist bent met mooi zonnig weer… Bovendien waren de grote keizerlibellen overal aanwezig: zeker twintig.


Nou ja, genoeg droefheid. Reptielen waren er namelijk ook nog. Bijna bij het eind van de route vond ik nog een addertje, een jong van vorig jaar. Deze zag er gelukkig een heel stuk gezonder uit dan degene die ik een maand geleden zag. Een mooi beestje. Om nog even de score compleet te maken ging ik in de laatste paar meter bijna op een ringslang staan. Die hadden we nog niet vandaag, dus dat was een fijne aanvulling.

Met al zes van de zeven landreptielen op de lijst moest die laatste nog even ingekopt worden. Die was goed te combineren. Kylian moest met de trein naar Amersfoort. Daarvoor zette ik hem af op station Barneveld Noord. En laat daar nou een illegaal uitgezette populatie muurhagedissen zitten. Natuurlijk zijn ze niet wild, maar het is dezelfde soort als de wilde beestjes die in Maastricht leven, dus het telt toch een beetje. In elk geval waren ze erg fraai, zoals ze in flinke getale vlak langs het spoor op de kiezels zitten. Gewoon te zien vanaf het perron vanaf het stationnetje.
Tot slot volgt er nog een kleine bonus: foto’s van eind juni op Planken Wambuis. Een flinke familie wilde zwijnen was midden overdag rustig aan het rondbanjeren, op zoek naar eten. En dat allemaal vlak langs het fietspad waar ik langskwam. De steenarend die verderop gezien werd op dat moment miste ik door dit oponthoud. Maar ach, dit is toch ook leuk?
Mooie vlinderfoto’s en de beelden van de vliegende libel zijn prachtig. Niet eenvoudig om ze op deze manier goed in beeld te krijgen…. Knap gedaan Jan.
LikeGeliked door 1 persoon