Na zijn baard is Koning Winter nu echt ons landje binnengestapt. In één keer werd het van bijzonder zacht extreem koud. De sneeuwstorm en lage temperaturen maken het voor vogels lastig om nog voedsel te vinden. Sommige vogels trekken naar de stad in de hoop daar nog een restje warmte en eten te vinden. Zo hoorde ik zaterdagavond vanaf mijn kamer ineens een patrijs roepen. Ik dacht nog dat mijn vader een geintje met me uithaalde, maar toen ik met zaklamp ging zoeken ontdekte ik twee patrijzen op het dak van de buren. Bizar! Behalve bij uitstek een soort van het buitengebied is het ook een vogel die vrijwel altijd op de grond zit. In tegenstelling tot fazanten slapen ze niet in bomen.
Zondagochtend kon het feest pas echt beginnen. Er lag al redelijk wat sneeuw, al moest het meeste nog komen. Mijn camera had ik ingepakt in plastic om hem te beschermen tegen de sneeuw. Ook mezelf pakte ik stevig in, want de wind maakte het écht guur. Ik was klaar om naar de ransuilen te gaan.
Ik was niet de enige. Een stuk of vier andere fotografen trotseerden de sneeuwstorm ook om plaatjes te schieten. De uilen zaten heel laag, sommige niet meer dan anderhalve meter boven de grond en in de luwte van de boomstam. Zo bleven ze aardig buiten bereik van de storm.

Jammer voor de foto, want door de wind bleef de sneeuw ook al niet op de takken liggen. Op de foto’s is aan de oortjes van de uilen te zien dat het hard waaide, van sneeuw is nauwelijks iets te zien. Alleen bij twee uilen die iets meer in de wind zaten bleef wat sneeuw op de veren liggen.

’s Middags heb ik met mijn ouders over de Campus naar het Binnenveld gelopen en daar een rondje gemaakt. In het begin waren er vooral wat kleine vogeltjes te zien die moeite hadden met de sneeuw. Een grote groep met vinken, putters, rietgorzen en ringmussen zat in een kruidenrandje waar amper nog wat te halen was. Gelukkig voor hun waren nog niet alle zaadjes ingesneeuwd.




Ondanks de snijdende kou zorgde de wind ook voor een mooi spektakel. De straten die dwars op de wind liepen bleven haast ongeschonden. De sneeuw werd er horizontaal overheen geblazen en er bleef vrijwel niets liggen. Ook op de akkers bleef amper sneeuw liggen. De slootkanten daarentegen waren spectaculair om te zien. Enorme sneeuwsculpturen hingen over de sloot, sommige sloten waren zelfs al compleet dichtgesneeuwd. Op plekken met iets meer luwte ontstonden sneeuwduinen.

Langs de wateren die nog open waren was iets anders leuks te zien. Een grote menigte watersnippen verzamelde zich langs alle open slootjes. Dat kwam neer op vrijwel elke sloot die van oost naar west liep, die hield de wind open. De plasjes bij de egelsteeg waren ook nog open, het grote plasdrasgebied van de Binnenveldse Hooilanden niet. Behalve watersnippen hielden ook alle eenden, meerkoeten en waterhoenen zich op bij het allerlaatste open water. Een drukte van jewelste.



Aan het eind van de middag vonden mijn ouders het lang genoeg geweest, ik wilde graag nog even de sloot langs de nieuwesteeg bekijken. Zelfs na een lange middag waarop het nog niet lukte, wilde ik proberen of ik bokjes kon vinden. Het bokje is de kleine variant van de watersnip, maar qua gedrag normaal gesproken vrijwel onvindbaar. Door de schutkleur is hij zelfs voor geoefende vogelaars bijna niet te zien. Omdat hij zelf nogal op zijn schutkleur vertrouwt, blijft hij bovendien meestal gewoon op de grond zitten, zelfs als je op minder dan een meter afstand staat. In Nederland kun je het bokje alleen in het winterhalfjaar zien, ’s zomers broedt hij in het Scandinavische hoogveen. Nu de moerasgebieden bevroren zijn zoeken ze hun heil bij de laatste open slootjes.
Tijdens mijn zoektocht naar het bokje werd ik echter afgeleid. Onder de rietstengels zag ik iets bewegen dat ik bijna even interessant vond: een waterral.

Normaal ook een vogel die amper te vinden is in het dichte rietland, maar erg veel keus heeft hij niet met deze kou. Ik ging rustig op de oever van de sloot zitten en na een tijdje had ik zijn vertrouwen gewonnen en hield hij op met zich verstoppen. Ruim een half uur lang kon ik hem prachtig bekijken terwijl hij in het ijskoude water naar voedsel zocht. Af en toe vond hij ook iets, ik kon niet goed zien wat hij naar binnen werkte. Wellicht waterslakjes. Het fotograferen was ondanks de uitgebreide show moeizaam. Het was inmiddels kwart voor vijf en begonnen met schemeren. Een bewegelijke vogel met weinig licht fotograferen is uitdagend, maar er zitten toch mooie plaatjes bij.


Behalve foto’s heb ik ook een filmpje gemaakt. De beelden zijn iets minder helder omdat ik niet ervaren ben met videobeelden nabewerken, maar toch is hij mooi te zien:
Mijn doelsoort, het bokje, vond ik uiteindelijk ook. Door de afleiding van de waterral was het inmiddels echter zo donker dat een mooie foto er echt niet meer in zat. De vogel liet zich ook niet echt benaderen en vloog voor me uit.

Toch eindigt het verhaal hier nog niet. Afgelopen middag ben ik weer naar de nieuwesteeg geweest. Een waterral vond ik niet, maar in de snijdende wind vond ik na anderhalf uur tóch een bokje. Puur toeval dat mijn oog erop viel, want wat zat hij goed verstopt! In de daarop volgende minuten bleef hij doodstil zitten, vertrouwend op zijn schutkleur. In de twintig minuten dat ik hem bekeken heb heeft hij vrijwel alleen met zijn ogen geknipperd. Ik haalde intussen van alles uit om foto’s te maken. Ik wilde een zo laag mogelijk standpunt om hem recht in de ogen te kunnen kijken, maar dat was nog niet zo makkelijk met een steile slootkant van ruim een meter hoog. Bij de pogingen om zo laag mogelijk te komen gleed ik bijna de sloot in. Ik vond net op tijd mijn grip terug. Gelukkig liep het goed af en de foto’s mogen er wezen!


Hartstikke leuke foto’s van een Bokje, ik zou ere maar heel blij mee zijn.
LikeGeliked door 1 persoon
Schitterende foto van de vink, man!
LikeGeliked door 1 persoon