Het hele jaar was ik er nog niet actief naar op zoek geweest: de kleine bruine vogeltjes. Terwijl ik het stiekem toch bijna de leukste vogeltjes vind. Want ja, ze zijn wel klein en bruin, maar veel soorten zijn best mooi getekend, hebben subtiele maar mooie gele en groene tinten en ze laten zich vaak met wat geduld leuk zien. Met wat geduld, ja, dat wel. Passen ze dan echt bij mij? Als er niet te veel andere dingen te zien zijn wel!
Gisteren heb ik drie studiegenoten uit Wageningen in de auto geladen om een kijkje te nemen in de uiterwaarden aan de Waal bij Weurt (vlakbij Nijmegen). Al een paar dagen lang kwamen er waarnemingen en leuke foto’s voorbij van niet één maar zelfs twee kleine bruine vogeltjes: de Pallas’ boszanger en de Siberische tjiftjaf. Beide broeden in Siberië en trekken doorgaans in het najaar richting Zuidoost-Azië, maar elk jaar nemen er wel een aantal de verkeerde afslag en komen in West-Europa terecht. Weliswaar waren dit niet de allerzeldzaamste dwaalgasten, maar de Siberische tjiftjaf had ik nog maar één keer gezien en de Pallas’ boszanger nog nooit.
Het was weer een klassiek potje twitchen. Vanaf een halve kilometer afstand zagen we al waar we moesten zijn: bij een kluitje fotografen langs een stuk struweel. De laatste tijd niet enorm mijn stijl meer, maar zo nu en dan wel grappig. De opwinding gemengd met concentratie die erbij komt kijken is voor de neutrale kijker ongetwijfeld bijzonder om te zien en zo probeer ik er ook naar te kijken. Alleen sta ik er soms dan tussen.

En de Pallas’ boszanger was er ook. Druk heen en weer fladderend tussen de takjes, ogenschijnlijk in een poging de fotografen die het beest probeerden te volgen hoorndol te maken. Toch was het vooral gehip van tak naar tak, waardoor het na een tijdje redelijk voorspelbaar werd en het steeds makkelijker werd om hem op de foto te krijgen.







Maar dan moest er ook nog een Siberische tjiftjaf rondhangen. Die was nog niet gezien vandaag. En terwijl iedereen zich blindstaarde op de parmantig foeragerende boszanger keek ik even op, zag de Siberische tjiftjaf vóór de Pallas’ boszanger langsvliegen en in een struik dertig meter verderop landen. Ik riep mijn waarneming nog naar de rest, maar slechts een handje vol luisterde en kwam mee. De Siberische tjiftjaf had bovendien haast en ging in hoog tempo de begroeiing door en verdween al snel helemaal uit beeld. In tegenstelling tot de nogal luidruchtige boszanger liet deze tjiftjaf zich ook amper horen.

We namen even pauze van de gekte door een stukje verder het gebied in te lopen, waar we een groepje staartmezen tegenkwamen, futen en tafeleenden zagen en erachter kwamen dat het pad waar we inliepen niet verder ging. Weer terug bij de meute fotografen keek ik naar de Pallas’ boszanger, terwijl ik achter mij weer de Siberische tjiftjaf hoorde. Helemaal gek werd ik ervan, mocht ik me niet gewoon even op één vogeltje concentreren? Weer ging ik achter de tjiftjaf aan, die zich nu iets beter liet zien maar nog steeds veel tussen de takjes en stengels op de grond. Maar met wat geduld kreeg ik hem er toch acceptabel op.


We sloten de middag af met een voltreffer toen de Pallas’ boszanger nog even pal voor ons in een struik kwam zitten. En toen was het echt klaar.


We reden vanaf Driel over de Rijndijk terug in een poging een leuke gans te vinden (zowel roodhalsgans als kleine rietgans waren recent in de omgeving gemeld), maar dat mocht allemaal niet baten. Wel zagen we nog een geelpootmeeuw, die nog niet iedereen uit ons groepje op de lijst had staan. Bij de pont zaten twee steenuilen braaf voor hun holletje op ons te wachten. Het was een prachtige, productieve en gezellige dag.

