Wintervogels op Schier

Het is misschien niet de meest interessante tijd van het jaar, maar een weekendje Schiermonnikoog is nooit verkeerd. En een week geleden was het dan zo ver. Samen met Hendrike ben ik er een lang weekend tussenuit geweest.

Op zaterdagavond kwamen we met de laatste boot aan, zodat we in elk geval wel de hele zondag zouden hebben. We verbleven in het enige dorp van het eiland, waar we op zondagochtend fietsen huurden om het gebied te gaan verkennen. Het was mijn eerste keer in ruim tien jaar op Schiermonnikoog, voor Hendrike was het zelfs helemaal nieuw.

Al bij het dorp vergaapten we ons aan de enorme hoeveelheid ganzen. De brandganzen waren luid en duidelijk in een grote meerderheid in de polder. Elk veld werd bezet en we zagen vele duizenden grijze ruggen en zwart-witte koppen. Als je wat beter keek zaten er ook nog behoorlijk wat rotganzen tussen, die met enkele honderden maar een klein percentage van de ganzen vormden. En daartussen zitten op Schiermonnikoog in de winter eigenlijk altijd wel een paar roodhalsganzen en zwarte rotganzen. Ze worden bijna elke dag wel gezien. Het zijn zeldzame wintergasten die in het hoge noorden achter de verkeerde grauw gekleurde ganzen aanvlogen en nu in ons koude kikkerlandje moeten vertoeven.

Maar als je denkt dat het makkelijk is om een gans met een rode hals even te vinden op een klein eiland komt lelijk uit. Daar kwamen Hendrike en ik achter. Want die rode hals is leuk, maar verder is het beest net zo zwart-wit als de brand- en rotganzen en het is zoeken naar een speld in een hooiberg. Gelukkig heeft hij een erg opvallende roep die hij regelmatig schijnt te laten horen, maar voor ons mocht het op dag 1 niet baten.

Toen we na een uur of twee de ganzen aardig beu waren gingen we verder naar de jachthaven, waar vaak een groepje strandleeuweriken neerstrijkt. Mooie beestjes met een geelzwarte kop en bovendien een soort die ik nog nooit gezien had. En we hadden geluk. Het leek eerst stil, maar toen we terug wilden lopen naar de fiets kwamen ze net aanvliegen. Ze lieten zich erg leuk bekijken op de rand van een bult met zand.

De dag was pas halverwege, dus alle tijd om een rondje langs de Westerplas (met als hoogtepunt een pijlstaart die zich mooi liet zien) en een stukje over het strand. Uiteraard waren er drieteenstrandlopertjes aanwezig, driftig met de golven mee op en neer rennend op zoek naar een lekker hapje. Iets opmerkelijker was de houtsnip die plotseling kwam langszeilen.

Op de terugweg naar het dorp gingen we langs een plek waar een week eerder een taigaboomkruiper was gezien. Ook al zo’n speld in een hooiberg in een flink stuk bos, maar je weet maar nooit. En warempel: nadat we een groepje zangvogeltjes hadden gevonden zagen we ook al heel snel een boomkruiper. En ja, dat was ‘m. De helderwitte buik en de tekening in de vleugel bevestigde de determinatie. Het beestje had een metalen ring om de rechterpoot, maar de afstand was veel te groot om die te kunnen aflezen. Het was een fijn succesje aan het eind van een lange dag.

Op maandag gingen we opnieuw wat groepen ganzen langs. Onze motivatie was na het zoeken op zondag wat afgenomen, dus op de fiets zochten we weliswaar iets meer groepen brandganzen maar toch wat minder nauwkeurig af. Het leverde niks bijzonders op.

Eigenlijk was het ons idee om een eind door de kwelder te gaan lopen. Terwijl de veldleeuweriken al flink aan het zingen waren en de blauwe kiekendieven ons om de oren vlogen ontdekten we dat dat nog niet zo makkelijk was. Het was erg nat en de slenken waren niet allemaal even makkelijk over te steken. Na ongeveer een kilometer gaven we het op en besloten we dat het strand een geschiktere plek was voor ons.

Bij het Badstrand waar met dit weer niet zo veel te baden viel hadden we al heel snel een bonte kraai te pakken. We waren niet erg onder de indruk aangezien we die in Zweden bij bosjes zagen, maar in Nederland is hij echt wel zeldzaam. En hij liet zich leuk zien terwijl hij wat leven uit de vloedlijn probeerde te vissen en een paar keer dichtbij langs kwam vliegen.

Minder vrolijk waren de twee jonge zeehondjes waar de lijkenpikkers al bij zaten. Geen idee waarom ze het niet gered hadden, maar nu waren ze voer voor de zwarte kraaien, de bonte kraai en wat meeuwen. Dat is ook natuur.

Op de terugweg werden we nog opgevrolijkt door een grote groep staartmeesjes die met een hoop kabaal op zoek waren naar eten in de duinen.

Dinsdag was onze laatste dag. We zouden de laatste boot naar het vasteland nemen, dus we hadden nog wel even. Het was in tegenstelling tot de afgelopen dagen een prachtige zonnige dag en de ganzen blonken ons tegemoet. In een ultieme poging de roodhalsgans nog te vinden had ik een box meegenomen om zijn geluid af te spelen in de hoop dat we antwoord zouden krijgen. Het haalde helemaal niks uit. Gelukkig was het nu een stuk aangenamer zoeken, met een zonnetje dat al aardig wat kracht had.

Gek genoeg werd dit eigenlijk een dag zonder bijzonderheden, ondanks het lekkere weer. Maar het was wel prima. We hadden al mooie dingen gezien en nu konden we rustig van de zon genieten. We hadden ’s middags nog afgesproken met nog twee vrienden die ook naar Schier zouden komen en we hebben lekker in de duinen gelegen en op het strand gelopen. Vakantie mag soms ook gewoon vakantie zijn.

Aan het begin van de avond waren Hendrike en ik terug in het dorp om onze spullen te halen en de fietsen in te leveren. We liepen om de hoek toen ik een waarneming van de roodhalsgans zag binnenkomen, driekwartier geleden op 200 meter afstand van ons. We liepen er snel heen. Precies op de plek van de waarneming zat een grote groep brandganzen. Terwijl ik in de schemering de grote groep ganzen snel afscande besloten de beesten om voor mij onbekende reden allemaal op de wieken te gaan en weg waren ze. Waarschijnlijk zat de roodhalsgans vlak voor onze neus, maar nu ergens boven de Waddenzee op zoek naar een betere plek. Helaas… Het mooie weekendje Schier eindigde in een anticlimax.

Toch kreeg het verhaal van de roodhalsgans nog een staartje. Nadat we de laatste boot naar huis namen en met het OV ’s avonds laat bij Hendrike kwamen, moest ik de volgende ochtend nog met de auto naar huis. Vlak voor de afslag Rhenen kwam de melding dat er een roodhalsgans aan de overkant van de Rijn bij Rhenen zat. Ik hoefde niet lang na te denken. Ik reed erheen. Een stuk makkelijker dan tussen 10.000 brandganzen. Deze zat op afstand, maar tussen zo’n 150 kolganzen en die zijn bruin. Ik had het zwart-witte beest met zijn rode hals snel gevonden. Het was niet heel bevredigend, maar ik heb een roodhalsgans gezien.

2 Reacties op “Wintervogels op Schier”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: