Spaanse zomer 2: Omgeving verkennen

Op 27 juli ging de verkenning verder. We hadden de ochtend en een deel van de middag, voor de avond hadden we andere gave plannen. Maar het was lang genoeg om een heleboel foto’s van compleet nieuwe soorten te maken. We richtten ons wederom vooral op de vlinders. Die vlogen in grote getale rond op en rond het kampterrein en daar konden we ons zo een paar uur mee vermaken zonder veel verder dan driehonderd meter te lopen. Het was ongelooflijk.

Al in de berm vlogen de vele vlinders ons om de oren. Hier stonden veel distels in bloei en dat trok de vlinders als vliegen. Net als een dag eerder zagen we een aantal Spaanse koningspages en blauwe ijsvogelvlinders, maar deze keer ook aangevuld met soorten als keizersmantel, zuidelijke luzernevlinder, knoopkruidparelmoervlinder, zeker drie verschillende spikkeldikkopjes, kommavlinders en de schitterende Cleopatra, kleurrijkere versie van onze citroenvlinder. En dat was pas de berm. Een enkele keer werden we afgeleid door een jagende roodkopklauwier en overvliegende vale gieren.

Bij de rivier zagen we vooral veel kleine tanglibellen en zuidelijke oeverlibellen, maar ook de witte breedscheenjuffer en in de schaduw een aantal schemerlibellen, in principe een zeldzame soort maar hier blijkbaar niet echt.

Door de warmte waren de insecten niet goed met de macrolens te fotograferen, ze waren te actief. Maar met mijn nieuwe telelens die ik bewust vóór dit kamp kocht vielen de resultaten me meer dan mee. Het scheelt veel als je de foto’s van een ruime meter kan maken in plaats van dertig centimeter. De foto’s worden er íets minder mooi van, maar het verschil is klein.

Na deze vlinderweelde maakten we ons klaar om met de busjes 2,5 uur naar het zuidwesten te rijden om mee te kijken met een Spaans PhD-onderzoek naar vleermuizen. Zij vingen bij oude mijnen de vleermuizen om te kijken welke soorten vleermuizen er in welke aantallen voorkomen. Onderweg stopten we even voor een gigantische zwerm van zeker 200 zwarte wouwen boven een vuilnisbelt. Wat een wolk roofvogels, nog nooit gezien!

Bij het onderzoek heb ik amper foto’s kunnen maken, maar we vingen onder andere de paarse hoefijzerneus en Iberische franjestaart. Sowieso was het erg gaaf om van dichtbij mee te kunnen kijken met zo’n onderzoek. Tussendoor vond ik in het donker bij een stapelmuurtje een paar muurgekko’s en een hoefijzerslang, maar deze waren mij allemaal te snel af voor de foto helaas.

Moe maar voldaan verlieten we midden in de nacht het gebied om weer het hele eind naar het kampterrein terug te rijden. Rond vijf uur kwamen we terug en doken we snel de tent in om uit te brakken.