Ondanks dat ik de zeldzame oostelijke witsnuitlibel recent al mooi op de Hoge Veluwe zag, vond ik dat de foto’s nog wel beter konden. Daarom besloot ik midden juli op doorreis te stoppen bij een bekende wat grotere populatie in Drenthe, in de hoop ze leuk voor de lens te krijgen.
Het weer werkte echter niet helemaal mee. Het was niet koud, maar extreem winderig en het gebied erg open, waardoor alle libellen zich schuilhielden. Tussen de vegetatie zag ik wel wat juffertjes, maar ook geen spannende soorten.
Het duurde lang voor ik de beoogde oostelijke witsnuitlibel gevonden had, maar ze waren er toch. In eerste instantie zag ik ze alleen bij het water voorbij waaien, maar aan de andere kant was het iets luwer en zag ik er ook een paar in de vegetatie en in een boom zitten. Dat was beter, al vlogen ze snel op en mijn macrolens kwam er net als op de Hoge Veluwe niet aan te pas.


Bij een andere plas ging het beter. Deze plas lag in het bos en het waaide veel minder. Er was veel activiteit van libellen, waaronder van een stuk of twintig oostelijke witsnuitlibellen. Met de telelens gingen de foto’s aardig. Tot er een paringswiel op de dophei landde. Die lieten ook mijn macrolens toe en daar was ik erg blij mee. Bovendien kwam er even iets zachter licht doordat er een dunne wolk voor de zon langs kwam, dus missie geslaagd!



Het was een mooie tussenstop met een mooie libel. Het was pas de derde keer dat ik hem zag, dus ik ben er zeker nog niet op uitgekeken!