Na lange tijd het Rijndal globaal gevolgd te hebben was het tijd voor een wat groter uitstapje. Al sinds het begin van onze fietstocht een doel op zich en een natuurlijk hoogtepunt, letterlijk en figuurlijk. Rhinau zou voorlopig de laatste plek zijn waar we de grote rivier zagen. We namen de pont terug naar Duitsland en lieten het achter ons. Om ons volgende punt te bereiken namen we deze keer de trein. We gingen namelijk omhoog het Zwarte Woud in, maar om zo’n zeshonderd meter hogerop te komen met de zwaar bepakte fietsen zagen we niet zitten. Dus namen we de trein naar Freiburg en van daaruit omhoog naar Titisee, een meer op zo’n 900 meter hoogte in het zuidelijke Zwarte Woud. Daar streken we voor een paar dagen neer op een camping.
Op 12 juni deden we het rustig aan. We gingen gewoon een klein stukje lopen vanaf de camping. Het was warm en zonnig, dus prima weer om vlinders te zien, maar niet om vlinders te zien zitten. Alle beesten waren razend snel en moeilijk op naam te brengen, laat staan er een fatsoenlijke foto van te maken.
De eerste zeldzaamheid zat al naast de camping, een oude zilvervlek. Er zat niet veel tempo meer in, maar fraai was hij ook niet meer. Meer tempo zat er in de kolibrievlinders die overal massaal rondvlogen. De snelle dagactieve nachtvlinders hingen als kolibries rond bij de bloemen in tuinen en bermen. Bij sommige echt goeie nectarplanten lieten ze zich wel leuk zien, typisch voor de bloemen hangend.


Verder zagen we bosparelmoervlinders, zilveren manen en het groot geaderd witje, maar allemaal amper te fotograferen. Beter waren de smaragdlibellen die we zagen rondhangen bij een mooi hoogveengebiedje. Het was net even wat minder zonnig en ze patrouilleerden rustig langs de oever. In hetzelfde prachtgebied zagen we ook op afstand veenbesparelmoervlinders rondvliegen, maar het gebied was niet toegankelijk en ik had er bovendien voor moeten zwemmen, dat heb ik maar niet gedaan.


We liepen verder tussen de bosbeekjuffers tot we bij een vochtig grasland kwamen vol parelmoervlinders, bijna allemaal razendsnel. Twee bosparelmoervlinders kreeg ik te pakken en ik zag een rode vuurvlinder eitjes leggen ergens diep in de begroeiing. Het zat er ook vol met zilveren manen. Op de terugweg zagen we begin van de avond nog een kolibrievlinder mooi rondhangen.



Op warme zonnige dagen is het inderdaad lastig om deze gevleugelde vrienden vast te leggen…. ze hebben het dan ontzettend druk. Toch wist je er een paar voor de lens te krijgen waarvan de parelmoervlinders wel de echte uitschieters zijn – ze zijn prachtig en de foto’s ook goed gelukt.
Titisee, dat brengt me jaren terug in de tijd…ook ik heb daar nog ooit op een camping gestaan 🙂
LikeGeliked door 1 persoon