Reisblog 11 – Slowakije – Muránska Planina NP

Vanaf Budapest trokken we op 17 april verder naar het noorden. Na een ietwat vreemde tussenstop langs een vissersmeer waar we niet hadden mogen zijn, maar wel kwakken en hoppen zagen en verder zonder kleerscheuren weer vandaan kwamen, kwamen we Slowakije binnen. Langzaam kreeg het landschap weer zijn ruige bergen en bossen terug naarmate we dieper het land in reden.

We gingen op weg naar het Tatragebergte, maar voor die tijd kwamen we langs Muránska Planina, een vrij onbekend nationaal park in Slowakije, maar daarom niet minder mooi. Toch was dit nog even niet onze bestemming, alleen maakten we een onverwachte tussenstop.

Ik ontdekte al rijdende een grijs dier dat van de weg af het weiland in rende, richting de bosrand. In het voorbijgaan herkende ik een wilde kat. Natuurlijk moesten we daarvoor stoppen, alleen op die plek kon dat niet veilig. Ik keerde snel op de eerste veilige plek en reed terug. Op de plek waar we veilig konden stoppen zagen we het dier alleen eerst niet, terwijl hij slechts dertig meter van de weg bleek te zitten. Na nóg een keeractie zagen we hem wel zitten, maar ook nu was het door de helling en bochten niet prettig om er te stoppen. Daarom reed ik snel naar de volgende plek waar de auto in de berm kon staan en met camera gewapend liepen we langs de weg terug, de zeldzame kat in het vizier houdend. Na een aantal foto’s van een afstand van meer dan vijftig meter vond het dier het mooi geweest. Nét voor ik achter het bosje vandaan kwam vanaf waar ik een prachtfoto had kunnen maken begon hij te rennen. Een stukje voor de bosrand, inmiddels in de donkere schaduwen van het bos, kon ik nog een duidelijke foto van het hele dier maken. En de waarneming van het in Slowakije zeldzame dier staat en de herinnering blijft!

De camping tussen Muránska Planina en het Tatragebergte bleek een stuk kouder gelegen. Toen we de eerste bergen over trokken dook de thermometer met de auto omlaag tot we aankwamen rond het vriespunt. Toen we de ochtend erna zelfs met tent en al in een dun laagje sneeuw ontwaakten vonden we het mooi geweest en besloten het Tatragebergte op te geven en terug te gaan naar een camping aan de zuidkant van Muránska Planina. Heel veel warmer was het er niet, maar de camping van Nederlandse eigenaren werd door een Slowaakse medekampeerder genoemd en geroemd, mede door de overdekte vuurplaats. Zo konden we de Slowaakse kou overleven.

En niet onbelangrijk: Muránska Planina was óók mooi! Op 19 april maakten Hendrike een prachtige klauterwandeling, terwijl Kylian zijn geblesseerde knie rust gunde met een boekje op de camping. We liepen over een rotsig pad naar beneden, langs een beek waar verspreidbladig goudveil zo ongeveer de algemeenste plant was. Plaatselijk vormde het een tapijt. Door een prachtige smalle kloof met een ander beekje klommen we over de betonijzeren voetstukjes omhoog tot we weer in het open veld uitkwamen. Daar werden we verrast door twee overvliegende steenarenden en een overtrekkende sneeuwbui in de verte. Zelf hielden we het gelukkig droog.

Na onze wandeling waren we nog niet klaar met ons avontuur. Met de auto kozen we een paar kleine weggetjes uit in de hoop er wild te zien. Op het eerste weggetje was het gelijk prijs: in de verte wandelde een vos. Hij liep steeds een klein stukje om dan weer te luisteren of hij iets eetbaars hoorde. Daarbij koerste hij op een ander weggetje af, waar we snel heen reden. Op die manier gingen we twee keer heen en weer. Toen ging de vos het bos in, maar koerste nog steeds op de weg af. Wij reden snel door en vonden de vos terug, terwijl het dier zich pal naast de weg niks van ons aantrok. We konden hem minuten lang met de auto volgen en rustig bekijken! Vlak voor het weggetje voor autoverkeer ophield zagen we ook nog een paar reeën.


Op die manier reden we een heel aantal weggetjes in, met steeds in de bosrand een verbodsbord voor auto’s. Het leverde nog een paar reeën op, waarvan enkele ook van heel dichtbij.

Op 20 april gingen we weer met zijn drieën op pad, naar de weg waar we de vos zagen. Vooral omdat er een asfaltweg verder het gebied in liep en Kylian daar makkelijk zou kunnen lopen. Bovendien leek het er haast uitgestorven wat mensen betreft. En dat klopte ook. Op een bosbouwer aan de rand van het bos na kwamen we niemand tegen. De beek en het landschap waren prachtig, maar dieren zagen we amper. Natuurlijk hoopten we op een beer of een lynx die opeens op zou duiken, maar het zat er niet in. Wel ontdekte ik op de terugweg een leuk vogeltje bij de beek. Een waterspreeuw hield de wacht op een rots in de sterke stroming. Het dier was erg schuw en vloog steeds voor ons uit als we dichterbij kwamen, maar met wat geduld en wat geluk lukte het me toch om hem mooi op de foto te krijgen boven een stroomversnelling. De druppels vliegen hem om de oren!

Ook in de avond hadden we iets op de planning staan. We gingen met de auto door het gebied rijden, in de hoop dat het groot licht van de auto leuke waarnemingen zou opleveren.

De eerste waarneming kwam al snel. In het laatste licht zagen we een grote uil vliegen, de zaklamp bevestigde de determinatie toen hij landde: een oeraluil. Daarna legden we flink wat afstand af, maar het leverde in de eerste 30 kilometer slechts een ree op. Pas op de terugweg begon het te lopen. In de buurt van onze eerste waarneming een paar dagen terug zagen we weer een grijze schim rennen. Een snelle stuurbeweging zette hem weer in de lichtbundel en we herkenden wéér een wilde kat. Met de zaklamp konden we hem even volgen terwijl hij in het bos verdween.

Tijdens de rest van de rit zagen we steeds meer. We vonden nog een paar reeën verspreid langs de route. Ook zagen we een steenmarter op de rand van de weg zitten, gevolgd door een vos. In de laatste paar kilometer voor de camping zagen we nog twee vossen de weg oversteken. Wild in overvloed in de omgeving dus!

En ook op de camping hadden we niks te klagen, wat vogels betreft. Op 21 april zouden we er vertrekken, maar ik werd steeds weer afgeleid. Eerst door vogeltjes in de heg (bonte vliegenvanger, gekraagde roodstaart, fitis en tjiftjaf), en daarna door vogels in de lucht. Eerst door twee schreeuwarenden die al roepend hoog overvlogen, daarna door twee zwarte ooievaars die langszeilden. Zo sloten we het hoofdstuk Slowakije in stijl af.

6 Reacties op “Reisblog 11 – Slowakije – Muránska Planina NP”

  1. Van alle beesten die je opnoemd en laat zien vind ik de waterspreeuw toch wel het meest aantrekkelijke. Ook qua foto. Dat spetterende water, dat geluid erbij en dan zo een vogeltje dat alles afstruind op zoek naar voedsel. Ik heb dat een keer met mijn eigen ogen beleefd en het was een happening om dat mee te mogen maken. Toen ik jouw foto zag dwaalde mijn gedachten gelijk weer terug.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: