Toen we op 10 april wakker werden in de Sloveense Bed & Breakfast was het stralend weer. Er was geen sneeuw te zien, kennelijk zaten we net dicht genoeg bij de kust. We vertrokken richting het noordoosten en al heel snel zagen we de eerste besneeuwde bergen. Nog niet enorm veel, maar duidelijk sneeuw. We reden verder en zochten intussen op de kaart waar de besneeuwde hellingen precies waren en hoe we er moesten komen. We vonden een berg genaamd Velika Vremščica. In het bos zagen we al mooie besneeuwde takken, de weg was al mooi schoon gesmolten.
We parkeerden de auto en liepen langs een pad omhoog, waarmee we al snel meer en meer sneeuw zagen. Het pad was nog goed begaanbaar, maar het werd minder. Na een tijdje kwamen we op een minder begroeide helling en hier lag écht veel sneeuw. Ongeveer 20 centimeter, plaatselijk meer. Daarbij was de helling ook heel steil, nog nét te beklimmen zonder bergstokken.
Boven aangekomen was het uitzicht geweldig. We keken uit over de besneeuwde bergen. Voor ons waren de bergen nog laag, zo’n 1000 meter, verder naar achteren al de hogere bergen richting de Alpen. Het was werkelijk prachtig.









We zochten een camping op bij Bled, tegen de Oostenrijkse grens aan. Op en top Alpen, maar met een sneeuwvrij en redelijk warm dal. Toch was de sneeuwpret nog niet afgelopen.
Op 11 april gingen we met de auto een eind de bergen in, tot ongeveer 1300 meter. In dit stukje Sloveense Alpen lag veel en veel meer sneeuw. We parkeerden de auto op een laag sneeuw die volgens de kaart een parkeerplaats was en bouwden een grote sneeuwpop. Daarna gingen we wandelen, door het winterse bos. Het was er heel stil. Alle vogels waren denk ik naar het dal vertrokken. We liepen over een laag van ongeveer een halve meter sneeuw, plaatselijk tot ruim een meter dik. Het meeste was goed begaanbaar, soms zakten we diep weg.
Sporen van dieren waren er wel. We vonden veel oude ondefinieerbare sporen, maar ook twee duidelijke katachtige sporen. Een keer van een kleine, later van een grote. Van de wilde kat en van de lynx.
Eén levend zoogdier zagen we ook: een (waarschijnlijk rosse) woelmuis die in de sneeuw verdwaald was en hard op zoek naar een schuilplaats. Uiteindelijk nam hij het risico om van het midden van de besneeuwde vlakte naar het bos te rennen. Dat heeft hij gered.



Maar het landschap bleef het meest betoverend. De hoge besneeuwde pieken torenden boven het sparrenbos en een besneeuwde alpenweide met houten hutjes uit. En dat alles tegen een strakblauwe lucht. Prachtig!

Toch was dit alles voor ons nog niet het hoogtepunt van Slovenië. Op 12 april gingen we namelijk mee met een ondergrondse tour in de Planinska Jama, een enorme grot. We gingen met een bootje op pad. Eerst moesten we een kilometer de grot in lopen over paden gemaakt door het leger tijdens de Eerste Wereldoorlog. Toen konden we overstappen op een rubberboot om verder tegen de stroom in te peddelen. Tijdens de tocht door de machtig mooie grot zagen we enkele tientallen olmen – een zeer zeldzame grottensalamander. Na 3,5 km peddelen konden we klimmend nóg verder, naar het einde van de grot. We moesten flink ons best doen over de steile glibberige rotsen en door nauwe spleten. Het was een prachtige en uitdagende tocht en de grot was geweldig! Foto’s heb ik er alleen amper kunnen maken, alleen met mijn telefoon. Het klimmen, klauteren en peddelen zorgde ervoor dat ik niet veel tijd en ruimte over had om ook nog een camera paraat te houden. Ik had hem mee in een waterdichte zak maar heb hem niet gebruikt.




Er is niks mooiere dan de lente in de bergen, het mooie weer, de natuur die tot leven komt en toch ook nog sneeuw. Ook wij hadden een rondries in Slovenië gepland maar die viel toen door Corona in het water… Bedankt voor de boeiende reisverslagen en geniet van jullie rondreis. Fijne Paasdagen !
LikeGeliked door 1 persoon
her roze bloempje is van een mini struikje, het peperboompje.
LikeGeliked door 1 persoon