Als er een maand goed is om sprinkhanen te kijken is het wel september. Zeker met het huidige nazomerweer. Bijna alle soorten zijn in deze tijd van het jaar als volwassen dier te zien. Dat is wel zo handig als je wilt weten welke soort je ziet, want nimfen zijn heel moeilijk op naam te brengen. Ook volwassen dieren kan je nog aardig op puzzelen merkte ik gisteren tijdens een dagje sprinkhanen kijken met mijn vader in het Rijk van Nijmegen. Met name de veldsprinkhanen zijn heel moeilijk op naam te brengen.
We zijn in twee gebieden geweest: eerst naar het sprinkhaanreservaat bij Malden en daarna naar de Hatertse Vennen. De afstanden die we te voet hebben afgelegd zijn niet om over naar huis te schrijven, maar ja, wat wil je ook als er elke meter wel een veldsprinkhaan zit en je er regelmatig eentje vangt om op naam te brengen? Geluiden moet ik ook nog een beetje op oefenen, dus het meeste moest toch op zicht. En dat is moeilijk.
Als inkoppertje vonden we overigens al heel snel een paar sikkelsprinkhanen. De sikkelsprinkhaan is een extreem slanke sabelsprinkhaan met lange sprieten. Eigenlijk onmiskenbaar, heel mooi en heel fotogeniek. Al helemaal als hij prachtig op een bloeiend heidetakje klaarzit…


Dan het lastiger werk. Uit de veldsprinkhanen zochten we een paar beesten uit om op naam te brengen. Ze lijken allemaal vreselijk op elkaar en de vrouwtjes van de ratelaar, bruine sprinkhaan en snortikker zijn zelfs helemaal niet te onderscheiden. Hieronder een greep van veldsprinkhanen waar we een naam aan hebben kunnen plakken, hopelijk klopt het.




In de Hatertse Vennen was het íets makkelijker. Hier gingen we op zoek naar de wrattenbijter, een heel lompe sabelsprinkhaan die alleen daar voorkomt. We hoorden er wel eentje en ik dacht dat ik hem wel zou vinden door op het geluid af te lopen. Dat viel tegen. Zo’n twee of drie meter er vandaan hield het beestje op met zingen en was hij verdwenen in de niet eens zo heel dichte begroeiing. En toch onvindbaar.
Als goedmakertje vonden we wel een aantal steppesprinkhanen, ook een zeldzame soort die alleen in het Rijk van Nijmegen voorkomt. Deze is nog enigszins te onderscheiden van de rest van de veldsprinkhanen omdat deze een ovale gehooropening heeft en de andere soorten een soort spleet. In de praktijk viel dit kenmerk echter tegen omdat het erg klein is en bovendien vaak achter de vleugel zit. Soms is het net (voor een deel) zichtbaar. Gelukkig maken ze ook geluid en had ik van tevoren wel eventjes geoefend. Toen ik een beestje gevonden had waarvan ik dacht dat het hem was bevestigde hij dat zelf met zijn zachte zang.

Ik vind ze gewoon allemaal heel erg mooi…. Ben al bij dat ik er eentje voor de lens krijg in de vrije natuur. Vaak is het me nog niet gelukt…. Fijne zondag nog.
LikeGeliked door 1 persoon