Vlinders en libellen in Zuid-Limburg

Een maand na mijn vorige trip naar Zuid-Limburg is het alweer tijd voor herhaling. Deze keer niet voor een week maar slechts voor een dagje, vorige week vrijdag. Natuurlijk ging ik niet alleen, maar met een andere libellenliefhebber: Jelle. Er stond een hoop op het programma en vanaf het begin was het al spannend of het zou lukken om alles in één dag te doen.

We begonnen het uitje bij het Wormdal bij Kerkrade, bij libellenliefhebbers sinds drie jaar bekend sinds daar voor het eerst in een paar jaar een Nederlandse populatie kleine tanglibellen opdook. Inmiddels houden de beestjes aardig stand. Ondanks dat het normaal niet zo’n lastig te vinden soort is, kostte het ons toch wel moeite om ze te vinden. De kleine tanglibel is namelijk een echte zonaanbidder en de zon was precies het enige dat in de ochtend nog ontbrak. Het was droog en warm, maar niet zonnig. We zagen er eentje van een afstand opvliegen, maar die verdween gelijk hoog in de boom. Niet meer teruggezien. Intussen viel het hele dal overigens niet tegen: behalve het prachtige landschap van een sterk meanderende beek met grindstrandjes en zo nu en dan een flink steile oever zagen we de grote gele kwikstaart en de ijsvogel, twee typische beeksoorten. In de beek zwommen vissen die Jelle herkende als kopvoornen. Op de oever zagen we de typische beeklibellen: de weidebeekjuffer en blauwe breedscheenjuffer. Ook een paar vlinders lieten zich ondanks het gebrek aan zonlicht zien: onder andere het koevinkje en het zeldzame geelsprietdikkopje.

Het geelsprietdikkopje op een gele composiet.
Kopvoorn

Toen begin van de middag toch eindelijk de zon doorbrak besloot ik aan de overkant van de beek verder te zoeken. Een aantal plekken in de beek is ondiep genoeg om met sandalen en korte broek doorheen te kunnen lopen, iets wat ik toch al graag doe, ook als ik er geen reden voor heb. De overkant bood geen nieuwe inzichten, maar toen ik weer liep door de beek en het strandje op wilde stappen zag ik een paar meter verderop iets op het grind zitten. Het is niet makkelijk te ontdekken als het zo stil zit, maar ja het was natuurlijk wel precies waar ik naar aan het zoeken was: een kleine tanglibel. Snel belde ik Jelle, die inmiddels een strandje verderop afzocht en buiten gehoorsafstand was. De kleine tanglibel bleef rustig wachten, genietend van de eerste zonnestralen van de dag. Het beestje liet zich prachtig bekijken en fotograferen.

Het beeld dat ik had van de tanglibel die niet moeilijk te vinden is bleek even later toch nog te kloppen. Nu de zon eenmaal goed doorgebroken was, zat op bijna elk grindstrandje een kleine tanglibel op ons te wachten. Uiteindelijk kwam de score op zes exemplaren.

Na het Wormdal stond de Brunsummerheide op de planning. En dan met name de vennetjes in het gebied. Het wemelde werkelijk van de beekoeverlibellen, dat was waarschijnlijk de algemeenste soort daar. Daarnaast troffen we ook de zeldzame zuidelijke oeverlibel en gaffelwaterjuffer. Minder massaal dan de beekoeverlibel, maar toch ook in behoorlijk aantallen voor een zeldzame soort. Behalve libellen vond ik ook nog wat leuke kevertjes: de gouden tor en het bosmierlieveheersbeestje. Nou ja, bosmieren waren er meer dan genoeg (auw!), dus die beestjes hadden de tijd van hun leven!

Beekoeverlibel, man
Zuidelijke oeverlibel, man
Bosmierlieveheersbeestje
Bosmierlieveheersbeestje
De gouden tor krijgt bezoek van een rode bosmier.

Onze poging om de braamparelmoervlinder bij Eys te vinden had helaas geen succes. Het landschap was prachtig, maar het aantal zeldzame diersoorten daar hoefde je niet eens te tellen want die zagen we gewoon niet.

Een levendbarende hagedis bij Eys.

We sloten de dag ’s avonds af met een poging om een vroedmeesterpad te vinden. Het mocht niet baten. We hoorden er meerdere, maar ze lieten zich niet zien, ook niet na twee uur zoeken. Wel vonden we een paar geelbuikvuurpadden in de poelen als troostprijs. Ook qua insecten viel het nog niet tegen: in het gebied kwamen we nog een paar gaffelwaterjuffers en wat geelsprietdikkopjes tegen. En omdat het al avond was en de zon al min of meer weg was lieten ze zich heel rustig op de foto zetten.

Gaffelwaterjuffer, man
Niet de mooiste foto, wel een geelbuikvuurpadje.
De belevingswereld van een piepjonge gewone pad, amper uit het water na een leven als paddenvisje. De bol rechts is een konijnenkeutel. Zo klein!

De meeste doelsoorten hebben we gevonden, maar de vroedmeesterpad blijft mij nog even achtervolgen. Ze zijn echt vreselijk lastig te vinden. Maar met ook de braamparelmoervlinder erbij heb ik een goeie reden om nog een keer naar dit geweldige deel van Nederland af te reizen.

3 Reacties op “Vlinders en libellen in Zuid-Limburg”

  1. Toen ik Kerkrade en de Worms las moest ik gelijk aan mijn tijd denken toen ik in die regio woonde. Helaas was mijn interesse toentertijd niet in macro achtste dingen. Nu ik jouw foto zie denk ik aan de gemiste kansen.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: