Binnenveld op stelten

Vogelend Wageningen volgt met interesse de Binnenveldse Hooilanden. Het agrarisch gebied is een paar jaar geleden teruggegeven aan de natuur. De half-natuurlijke graslanden werden afgegraven. Tussen de hoger gelegen delen zijn grote, ondiepe plassen ontstaan en op de oevers is een nieuwe vegetatie in ontwikkeling. Gras heeft plaats gemaakt voor koekoeksbloemen, pitrus en allerlei zegges. Een nieuwe bladzijde in de geschiedenis van het Binnenveld.

Met zo’n mooi nieuw, nat gebied was het niet meer dan afwachten tot de eerste typische plasdrasvogels op zouden duiken. Naast de klassieke weidevogels die een mooie doorstart hebben gemaakt dankzij de natuurontwikkeling stond er meer op het wensenlijstje. Te denken valt aan porseleinhoen en klein waterhoen. Maar dat was niet wat vorige week ontdekt werd. Op woensdagochtend zag een vogelaar twee wel heel opvallende vogels door het water wandelen. Ondanks de inmiddels aardig opgekomen begroeiing niet te missen; met hun lange poten staken de steltkluten er makkelijk bovenuit. Een spectaculaire vogelsoort die het de laatste jaren goed doet, mede dankzij de aanleg van dit soort ontwikkelingsnatuur.

Een paartje steltkluten wandelt door de Binnenveldse Hooilanden.

De steltkluut is een opvallende vogel dankzij het zwart-witte verenkleed in combinatie met de extreem lange roze poten. Deze stelten zorgen dat de vogel ook in nog redelijk diep water naar voedsel kan zoeken, ondanks het verder geringe formaat. Zodoende zal je ze meestal lopend door ondiepe plassen zien. Ook op plekken waar kleinere steltlopers niet meer kunnen komen, of waar de eenden zwemmen.

In Nederland zijn nog amper succesvolle broedgevallen van de steltkluut geweest, ondanks de vele pogingen. Zeker in jaren dat er in Zuid-Europa weinig regen valt en de steltkluten moeite hebben om de poten nat te houden, trekken veel dieren verder naar het noorden om bijvoorbeeld in Nederland hun nest te maken.

En het paartje dat nu in het Binnenveld is neergestreken? Het kunnen ook doortrekkers zijn. In april zijn de dieren op zoek naar een geschikt broedgebied en kunnen ze in bijna alle natte gebieden landen om de sfeer te proeven. En mocht het ze bevallen, dan zou het zomaar tot een broedpoging kunnen komen!

Geplaatst in De Gelderlander (Valleikatern), 28 april 2021

De steltkluut samen met een zwarte ruiter en een grutto.
Een steltkluut met een grutto.
Even de vleugels strekken…

Ook zonder de steltkluten was het Binnenveld al geweldig. Het gebied heeft een fantastische boost gekregen, waar alle weide- en plasdrassoorten van profiteren. Kieviten buitelen in grote getale rond, grutto’s scheren door de lucht en de gele kwikstaart wandelt op zijn gemak over de oevers rond. Om nog maar niet te spreken van de maar liefst vier soorten aanwezige ruiters: de zwarte, bos- en groenpootruiter en natuurlijk de tureluur (ook een soort ruiter). In het veld rennen de hazen achter elkaar aan en verstopt een paartje patrijzen zich tussen de sprieten. Op de plassen zwemmen grote aantallen slobeenden, wintertalingen en zelfs een paartje zomertalingen. Alsof dat allemaal nog niet genoeg is in deze prachtige trektijd, wordt het plaatje compleet gemaakt door een rode wouw die vlak voor mijn neus al cirkelend hoogte maakt om vanaf duizelingwekkende hoogte weer verder te glijden naar zijn broedgebied ten noordoosten van Nederland. Tot slot landden er vorige week nóg drie steltkluten in de Binnenveldse Hooilanden, wat het aantal op vijf brengt. Het blijft maar komen en er komt geen einde aan. Een gebied om in de gaten te houden!

Lepelaar
Tureluur
Het eerste kievitskuiken is er ook alweer!
Grutto
Gele kwikstaart
Kleine plevier
Patrijs
Rode wouw
De rode wouw wordt lastiggevallen door een kievit.

Eén reactie op “Binnenveld op stelten”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: