Het is alweer het einde van de herfst. De dagen worden steeds korter, de nachten kouder en de tijd van de paddenstoelen is voorbij. Gelukkig laten de vogels zich nog zien, vooral op de mooie dagen. De putters in de tuin komen zo nu en dan nog op bezoek, maar mijn mooie herfstachtige achtergrond is inmiddels heel wat minder spectaculair.


Écht grauw was het vorige week zaterdag in de Oostvaardersplassen. Tussen de vlagen motregen door kwam de zon niet aan schijnen toe. Alles wat we zagen was grauw en nat. Toch was het zeker niet uitgestorven. In het Oostvaardersveld waren aardig wat kleine zangertjes als matkoppen en goudhaantjes te zien. Op de plassen waren er verschillende eenden, waaronder veel tafeleenden, pijlstaarten en slobeenden.



Een stukje verderop landden er drie wilde zwanen in een kleine plas. Even lieten ze zich prachtig van dichtbij zien, tot het toch te spannend werd en ze weer vertrokken. Een torenvalk deed een dappere poging om ondanks de stevige wind en miezerregen een muis te verschalken. Aan de rand van het Praambos liet een eenzaam edelhert zich rustig bekijken.



De meest spectaculaire waarnemingen deden we uiteindelijk aan het eind van de middag bij Kijkhut de Zeearend, aan de andere kant van het spoor. Wel typisch Oostvaardersplassen: regen tegen de ramen en alles ver weg. Toch was er aardig wat te zien. Behalve de vele ganzen en eenden die niet tot op soort te determineren waren, ook omdat het glas van de kijkhut getint is en er toch al weinig licht was, zagen we in de verte flinke kuddes edelherten en konikpaarden. Daarnaast vlogen er twee blauwe kiekendieven en een slechtvalk rond die de kieviten af en toe even lieten schrikken. De grootste klapper waren de twee zeearenden die binnen een paar minuten langs kwamen zeilen. In de verte zat er ook nog eentje bovenin een boom.
De waarnemingen vielen uiteindelijk dus niet tegen, de foto’s wel een beetje. Daarvoor was het weer gewoon ongeschikt. Het was wel een fijne dag om uit te waaien.