Het najaar heeft veel gezichten

De afgelopen periode heb ik – zeker voor mijn doen in het najaar – al veel berichten geschreven. Zeker vergeleken met vorig jaar, toen ik in september en oktober een wekenlange pauze had. Groot verschil: corona. Er is minder sociaal leven en ik weiger al mijn tijd aan school te besteden, waardoor ik nóg vaker in de natuur terechtkom. Een ander belangrijk verschil is dat ik vorig jaar wel naar buiten ging, maar vaak geen foto’s maakte. Ik begon me een beetje vervelen toen het regenachtiger en kouder werd, en daarmee ook mijn koudbloedige vrienden in de grond verdwenen. Dit jaar heb ik de paddenstoelen herontdekt, al ben ik ook blij dat ik het soms kan afwisselen met andere wezens uit de natuur.

Dat er nu zo veel paddenstoelen te vinden zijn, heeft met het weer te maken: zacht en nat. Gelukkig was het gisteren ook een keer een écht mooie dag. Volop zon en genoeg te zien. Zo ook in het Renkums Beekdal, waar ik gisteren met mijn ouders gewandeld heb.

Op de bekende plek zat vriend bosuil trouw als altijd knikkebollend te wachten. Ik had hem al eens in de winter een bezoek gebracht, maar in de herfst is mooier. De herfstblaadjes voor en achter het gat in de els creëren een prachtige, pastelachtige omgeving. Om in te lijsten.

De grijze bosuil contrasteert mooi met de pastelachtige herfstblaadjes.

Ook op een mooie zonnige dag kunnen de paddenstoelen natuurlijk niet genegeerd worden. Zo ontdekte ik deze enorme biefstukzwam. Als je de foto ziet snap je wel waar hij zijn naam aan te danken heeft.

De biefstukzwam heeft zijn naam te danken aan zijn uiterlijk.

Niet alleen het Beekdal had mooie dingen te bieden. Langs een fietspad door het bos in de buurt gingen we nog even op zoek naar aardsterren omdat ik een idee in mijn hoofd had voor foto’s. Mijn vader had ze daar een paar weken eerder gezien, nu konden we ze niet vinden. In plaats daarvan ontdekte ik een heel aantal bruine winterjuffers, de enige libellensoort (samen met de noordse winterjuffer) die de winter als volwassen libel overleeft. Alle andere soorten leven als larve onder water tot het weer warmer wordt.

Twee bruine winterjuffers voor een herfstachtige achtergrond.

Het zal wel niet heel uitzonderlijk zijn, maar ik zag er nog nooit zoveel (25+) bij elkaar in deze tijd van het jaar. Wel eens tijdens het voortplanten in het voorjaar, maar niet in een ogenschijnlijk willekeurig stukje open bos met het dichtstbijzijnde voortplantingswater op enkele kilometers afstand. Leuk was het wel om weer eens wat libellen te zien zo laat in het jaar. Grote kans dat ze hier ook de winter zullen doorbrengen. Wie weet ga ik later nog eens kijken.

Een bijnaam van de winterjuffer is ‘vliegend strootje’. Slechts iets donkerder gekleurd, maar op afstand inderdaad niet heel veel meer dan een strootje. Van dichtbij mooi gedetailleerd getekend.
Close-up recht van boven.

Na een uitgebreide fotosessie bij de winterjuffers wilde ik toch nog een poging wagen om aardsterren te vinden. Een kilometer verderop schijnen ze ook wel eens te staan, dus fietste ik verder. Ik ging net lekker met een vaartje heuvel af, toen ik er in een flits eentje zag staan. Ik keerde om en vond een groepje van een stuk of tien, waarvan een aantal ook bruikbaar voor mijn doel.

De gekraagde aardster stuift zijn sporen in het rond.

De aardsterren verspreiden hun sporen, waarmee ze hun soort vermenigvuldigen, via de lucht. In de bol zit een soort poeder dat rondstuift zodra er bijvoorbeeld een eikel of een grote regendruppel op valt. Een spectaculair gezicht voor de foto. Voor de paddenstoelen zelf kan het geen kwaad om ze voor de foto te laten ‘poefen’. Weliswaar wordt de paddenstoel in kwestie er niet fraaier op, de sporen verspreiden zich wel vanuit de wolk naar andere plekken. Hier kunnen dan weer nieuwe paddenstoelen uit de grond omhoog komen.

Met een lampje schuin van achteren zorgde ik ervoor dat de sporen mooi belicht werden.
Dit is een iets heftiger foto, van een groter exemplaar op een donkerder plek, iets verderop.

Vijf jaar geleden filmde ik dit spektakel al eens, wel met een minder mooie camera. De bewegende impressie van de rokende paddenstoelen zie je hieronder:

Uiteindelijk was het gisteren een dag met veel gezichten. Natuurlijk de paddenstoelen, typisch voor deze herfst, maar ook een aantal andere mooie sferen die je toch alleen met mooi weer te zien krijgt. Ook dat vind ik toch wel typisch voor deze herfst. De putterfoto’s die ik vorige week deelde, heb ik ook met mooi weer gemaakt. Maar ik ben ook wel eens drijfnat thuisgekomen. Het najaar heeft veel gezichten.

3 Reacties op “Het najaar heeft veel gezichten”

  1. Leuk dat die bosuil er nog zit. Mooie foto’s van de winterjuffers! Overigens, maar dat weet je vast wel: er zijn ook libellen die als ei overwinteren: de heidelibellen, de pantserjuffers en de glazenmakers. Van de glazenmakers komt alleen de zuidelijke glazenmaker al na een paar maanden uit het ei.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: