Vandaag heb ik van het heerlijke lenteweer genoten door bij Wageningen in een kortemouwen-t-shirt ringslangen te gaan zoeken.
Vorig jaar is uit onderzoek gebleken dat de ondersoort van de ringslang die in Nederland vooral voorkomt (Natrix natrix helvetica) een aparte soort is. De ringslangen waar we in Nederland over praten zijn dus geen ringslang (Natrix natrix), maar de gevlekte ringslang (Natrix helvetica).
Het begon met allerlei insecten die ook van de warmte genoten. Veel vuurwantsen waren inmiddels wakker, even als de citroenvlinders en een gehakkelde aurelia. Ook een bosuil had tot mijn stomme verbazing de lente hoog in de bol: hij riep midden overdag een paar keer. Tot mijn nog grotere verbazing hoorde ik antwoord. Van twee verschillende kanten. Maar liefst drie bosuilenmannen zaten om 13:00 uur naar elkaar te roepen! Door de richting van het eerste geluid te volgen had ik al een vermoeden in welke boom hij moest zitten, al had ik daar al drie jaar geen bosuil meer in gezien. In de boom en de bomen er omheen zag ik niks, maar het geluid kwam toch echt daar vandaan. Hij riep nog een keer. Ik hoorde dat hij aan de andere kant van de boom moest zitten, blijkbaar zat daar ook een holte. En ja, daar zat een bosuil, een andere dan drie jaar geleden. Toen zat er een bruine vorm, nu een grijze.


Terwijl ik goed overzicht over de helling van de Wageningse Berg had hoorde ik veel geritsel. In totaal zag ik maar liefst 14 rosse woelmuizen, die brutaal (of dom) genoeg waren om in de directe omgeving van het bosuilennest rond te scharrelen. De uil bleef echter op zijn plek.
Tijdens het zoeken naar ringslangen zag ik er nog veel meer, ze waren massaal actief. Uiteindelijk heb ik tijdens het zoeken, waarbij je uiteraard op elk ritseltje let omdat het een ringslang kan zijn, minstens 50 rosse woelmuizen gezien!
Omdat het nog zo vroeg in het jaar is waren de ringslangen nog niet massaal actief, maar na een paar uur zoeken vond ik er toch nog eentje. Later op de middag, met de laatste rond 16:30 uur, vond ik er nog een paar waardoor de teller nog op vijf kwam. Mijn ‘vroegrecord’ voor de gevlekte ringslang heb ik deze dag met bijna drie weken verbeterd. Lang leve de lente!

