Vandaag ben ik met een NJN-excursie meegeweest naar Winterswijk. We hadden een heel lijstje aan doelsoorten, waarvan we er maar twee gevonden hebben. Het weer was zodanig slecht dat er ongeveer niks vloog. Gelukkig was er nog één graslandje bij de Steengroeve waar nog wel wat op te trappen viel. Daar zag ik mijn eerste zuidelijke oeverlibel ooit. Gisteren dacht ik die nog gezien te hebben, maar dat bleken toch allemaal beekoeverlibellen. Hier waren ook beekoeverlibellen. Dat maakte het nog goed zoeken, want ik ben erachter gekomen dat de verschillen tussen deze twee vrouwtjes extreem klein zijn. Waar de beek- dwarsstreepjes op het achterlijf moet hebben heeft de zuidelijke twee puntjes. En dat is soms nog knap lastig te zien. Daarnaast is de snuit van de zuidelijke een beetje lichter. Voor de rest is kleur jammer genoeg geen kenmerk. Gelukkig sprong één mannetje er tussenuit. Dit is namelijk de enige libellensoort waarbij ook het borststuk en de snuit volledig blauw berijpt zijn. Bij alle andere soorten is maximaal het achterlijf blauw berijpt.









Behalve deze soorten hebben we eigenlijk niks interessants gezien. De bewolking was zo dicht dat zelfs de bosbeekjuffers zich niet lieten zien, en alle leuke vlinders al helemaal niet.