Winters buitenkansje

Inmiddels is het buiten alweer typisch Hollands winterweer – de watervoorraden worden bijna continu bijgevuld – maar nog geen week geleden konden we nog schaatsen. Het was goed koud en veel liefhebbers genoten ervan. En ik ook. Want laten we eerlijk zijn: zo vaak gebeurt het niet en als het gebeurt moet je ervan genieten! Drie van de vier dagen dat er geschaatst kon worden in Wageningen stond ik op het ijs. En de andere dag was ik ook buiten te vinden, samen met Hendrike.

Dieren hebben het moeilijk in de winter en watervogels al helemaal als er ijs ligt. De meeste wateren in de omgeving waren grotendeels dichtgevroren en dat zorgt voor buitenkansjes bij de weinige open wateren. Veel moerasvogels die normaal gesproken zeer verborgen leven komen dan tevoorschijn, in een wanhoopspoging nog wat voedsel te vinden. Tijdens het schaatsen zag ik al twee keer een waterral bij het enige wak langs de kant.

Maar helemaal ideaal is een plek met stromend water. Dat vriest bijna niet dicht. En daar waren Hendrike en ik te vinden. In de ijskoude, gure wind liepen we langs een stromend slootje in het Binnenveld, op zoek naar waterrallen en snippen. Dat laatste ging vooral aardig. We zagen al een aantal watersnippen rondvliegen en gelijk aan het begin van het beoogde slootje zat er eentje net aan de overkant. Deze was helaas al flink verzwakt en hij kon een poot niet gebruiken. Onhandig hobbelde hij over de oever en net door het water. We konden hem goed van dichtbij bekijken, maar het was vooral een triest gezicht.

Verderop langs het slootje vonden we ook mijn doelsoort. Hij vertrouwde volledig op zijn schutkleur en dat was bijna terecht. Een vogelaar met hetzelfde doel die voor ons uit liep keek er overheen, maar voor mij was het niet de eerste keer dat ik naar goed gecamoufleerde beestjes zocht. Aan de overkant zat, op de grens van de oever en een klein randje ijs, een bokje.

Het bokje is een soort kleine broer van de watersnip en leeft nóg meer verborgen. Hij is ook bijna twee keer zo klein en blijft meestal doodstil zitten bij benadering, met zijn snavel en lichte lengtestrepen in het verlengde van de plantenstengels. In dichte begroeiing is het bijna onmogelijk er eentje te ontdekken, op deze plek íets makkelijker. Maar toch: formaat spreeuw, extreem goede camouflage, geen beweging en op enige afstand. Je moet wel goed zoeken.

Toch was de opmerkelijkste waarneming een half uurtje later in de Binnenveldse Hooilanden. We waren half bevroren door de gure wind toen ik een klein bruin vogeltje ontdekte. Meestal een tjiftjaf, maar ik vertrouwde het niet. Hij hield zich goed verborgen in de begroeiing en was lastig te volgen. Na een tijdje kregen we hem toch beter te zien en het bleek een kleine karekiet te zijn. Normaal gesproken niks bijzonders, behalve dat alle karekieten in deze tijd van het jaar in tropisch Afrika horen te zitten. En niet pas net, maar al sinds het eind van de zomer. Waarom deze (waarschijnlijk) jonge vogel is blijven hangen zou ik niet weten, maar hij gaat het vast zwaar krijgen. Het is tevens de laatste gedocumenteerde kleine karekiet ooit in Nederland. Dat stond hiervoor op 12 december (2018) en wij hebben het aangescherpt naar 17 december. Een mooi record dus.

Inmiddels kregen we het toch wel écht koud. Snel liepen we terug naar huis. Koud maar tevreden.

2 Reacties op “Winters buitenkansje”

  1. De karekiet was dus inderdaad een hele aparte waarneming, laat ons hopen dat hij de winter weet door te komen. Aan zijn schutkleur zal het zeker niet liggen…. Ook maar te hopen dat de watersnip niet ten prooi valt aan een gewiekste rover…. al moeten die natuurlijk ook hun kostje bij elkaar krijgen. Ook mooie foto’s van de aangevroren grassen en twijgen.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: