Reisblog 2 – Frankrijk – Camargue

Onze volgende reisbestemming was de Camargue, de Rhônedelta in Zuid-Frankrijk. Een waterrijk gebied, ideaal voor vogels. Om er te komen volgden we op 6 maart vanaf het hotel in Lyon de Rhône naar het zuiden. We kwamen door een afwisseling van rotsen, wijngaarden en delta. Hoe zuidelijker we kwamen, hoe warmer en droger het werd.

Op tussenstopjes in Sablons en tussen Orange en Arles kwam de natuur vanzelf naar ons toe. Op de eerste plek vond pal voor ons een gevecht tussen wat zwanen plaats met op de achtergrond het gezang van Europese kanaries. Op de tweede plek trok ik de aandacht van een paar Franse onderzoekers door bij de stop gelijk een camera te pakken en een rondslingerend stuk papier op te tillen om te kijken of er slangen onder lagen. Ze vroegen wat ik kwam doen en toen ik vertelde over mijn interesse voor reptielen vroegen ze hoe ik wist dat daar slangen zaten. Dat was pure bluf. Ik zag een stukje met veel hoogteverschil, stenen en platen waar slangen zich onder kunnen verbergen. Daarom vond ik het een mooie plek om even te kijken. De onderzoekers vertelden dat er op het terrein gebouwd zou worden en dat ze bezig waren de slangen weg te vangen, zenderen en elders weer vrij te laten. De stukken karton lagen er bewust zodat de slangen ze als makkelijk te bereiken verstopplek zouden gebruiken. Ik mocht het terrein niet op om de actie niet te verstoren. Ondanks de ietwat strenge toon in gebrekkig Engels waren ze kennelijk ook wel onder de indruk van mijn interesse, want twee minuten later kwamen ze een jonge westelijke hagedisslang laten zien. Een mooi en schattig beestje, bovendien de eerste slang van de reis! Ik kreeg rustig de tijd om het beestje op de foto te zetten, waarna ze hun zoektocht vervolgden en wij onze weg.

Op 7 maart gingen we de Camargue verkennen. Het eerste wat al snel buiten het dorp opviel was de beverrattenplaag. Ook midden overdag liepen ze in kleine groepjes overal te grazen. Op een rustig plekje zagen we er een paar rustig aan de waterkant zitten. Ze lieten zich leuk bekijken, zelfs van heel dichtbij.

Iets verderop moest een droog struweel van gras en struiken een thuis bieden voor slangen, maar die vonden we niet. Toch was het hier duidelijk meer voorjaar dan in de Vogezen. Met een lekker zonnetje voelde het heerlijk en hier vlogen aanzienlijk meer vlinders. Oranje luzernevlinders en witjes (soort onbekend) vlogen volop rond, samen met een eerste boomblauwtje. De mooiste vlinder was zonder twijfel de zuidelijke pijpbloemvlinder, een kleine lichtgele vlinder met een wonderbaarlijk zwart patroon van strepen en stippen, afgemaakt met wat rode accentjes.

Zuidelijke pijpbloemvlinder

Al waren er geen slangen te vinden, een enkele reptiel was er wel. Een westelijke smaragdhagedis liet Kylian flink schrikken toen hij net in een holletje wilde kijken. Hij sjeesde weg, maar liet zich na een tijdje terugvinden. Toch was hij veel te snel voor een foto. Op dezelfde plek liep nog een muurhagedisje voorbij.

Op de terugweg stopten we bij een ondiepe plas waar enkele tientallen flamingo’s rondliepen. Op stevig tempo maaiden ze door het water en ze lieten zich van een afstandje maar toch heel mooi bekijken.

Een stukje van de groep flamingo’s.

De grote afleiding kwam toen ik in de verte een groepje kraanvogels hoorde. Vijf exemplaren zetten de landing in, maar amper te zien door de trillende lucht. Daar hield het niet bij op. Er kwamen meer en meer kraanvogels aan, eerst wat kleine groepjes, snel gevolgd door grotere groepen. Alles bij elkaar moesten het er enkele honderden geweest zijn. Allemaal kwamen ze van hoog in de lucht aanzetten en doken omlaag het gebied in. Wat volgde was een wilde rit over het smalle Franse weggetje in een poging de arriverende kraanvogels van dichterbij te bekijken. Het was lastig te vinden en we hadden het bijna opgegeven, toen ik nog een flinke groep van zeker honderd kraanvogels laag boven het gebied zag vliegen. Snel reden we in de richting, maar door de bomen waren de dieren moeilijk te volgen. Toch zagen we nog een kleiner groepje van 21 kraanvogels van heel dichtbij. Ze vlogen pal boven de weg en maakten hoogte. Ook op het eind van de dag was er nog wat thermiek en samen met een ooievaar cirkelden ze hoger en hoger tot ze in de verte verdwenen. Deze waren kennelijk nog niet aan slapen toe en trokken verder. Een geweldig einde van de dag.

Op 8 maart gingen we opnieuw de Camargue in, maar dan richting de kust. Wat vogels betreft was het eigenlijk erg rustig, nog wat vroeg in het jaar denk ik. Maar de kleine zwartkoppen zongen en het was prima weer. Onderweg naar de zee zagen we flinke groepen flamingo’s, waarvan een deel ook pal naast de weg liep. Ook zagen we een grote groep zwarte ibissen. De algemeenste reiger was de kleine zilverreiger, waarvan eentje zich ook mooi liet zien. Aan zee was het lekker uitwaaien en Kylian heeft zelfs heel even gezwommen (koud!), maar er was eigenlijk weinig aan beesten te zien. Maar het landschap was mooi en we hebben genoten!

Een deel van de grote groep zwarte ibissen.

Een strandzandloopkever in de buitenste duinenrij van de Middellandse Zee.
Kleine zilverreiger

4 Reacties op “Reisblog 2 – Frankrijk – Camargue”

  1. Het is daar inderdaad een paradijs voor dieren en planten zo te zien. Zelf ben ik er nog nooit geweest, daarom dank voor het delen van deze mooie beelden Jan. Fijn weekend nog !

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: