
Vandaag ben ik weer naar Kwintelooyen geweest. Omdat het iets minder warm was dan de vorige keer, en vooral ook minder zonnig, leek het me leuk om wat met mijn macrolens te gaan experimenteren bij de zuidelijke heidelibellen die ik daar vorige week gezien heb. Met wat minder brandende zon zijn ze minder snel en makkelijker te fotograferen.
In het begin viel het nog niet mee. Het was behoorlijk warm en broeierig, maar niet zonnig. Hierdoor zag ik amper libellen. De libellen die ik zag lieten zich wel aardig fotograferen.
Het begon met een zuidelijke glazenmaker, die zeer rustig boven de opgedroogde plas vloog. Door het gebrek aan zon was deze echter snel weer verdwenen. De zoektocht naar zuidelijke heidelibellen schoot nog niet echt op. Ik vond er slechts een paar, die ik door de onopvallende kleur tegen het dorre gras ook snel weer kwijtraakte.

Een zwervende pantserjuffer liet zich wel prachtig zien en van alle kanten fotograferen.


Richting de middag kwam de zon wat meer en begonnen er meer zuidelijke glazenmakers te vliegen. Waar het er vijf dagen geleden nog maar eentje was, vlogen er nu vier mannetjes tegelijk.

Even later bleek ook een territorium dat ik eerder al had vastgesteld, was overgenomen door een vijfde mannetje. Dit individu was veel feller van kleur dan de libel die er ’s ochtends vloog. De andere drie waren nog niet van hun plek geweken. Het nieuwe mannetje bleef er overigens niet erg lang. Na een show laag boven de vegetatie en zelfs een paar keer zittend, kwam er een vrouwtje (nummer zes, dus) voorbij vliegen en samen verdwenen de tortelduifjes in de boomtoppen.
Met de zon kwamen er ook meer zuidelijke heidelibellen tevoorschijn. Een heel aantal copula’s ook, en een heel aantal eileggende paartjes. Eén mannetje dat zich prachtig liet fotograferen had, net als een mannetje dat ik vorige week zag, mijten op de vleugels. Gelukkig voor hem waren het er deze keer geen 22, maar slechts drie mijten van de soort Arrenurus papillator.

Het mooiste van de zuidelijke heidelibel is dat ze zo bescheiden zijn. Geen superfelle kleuren, wild gedrag of op een andere manier protserig, maar rustig, laag bij de grond en een mooie halve schutkleur. Als je hem goed bekijkt en heel mooie bruinrode kleur, als je niet goed kijkt kun je hem zomaar missen in het dorre gras. Het warmbruine borststuk past ook erg mooi bij het bruinrode achterlijf.

Behalve de zeldzame soorten was er gelukkig meer: er waren veel bloedrode heidelibellen, een grote keizerlibel, veel tengere pantserjuffers en wat gewone oeverlibellen. Ondanks dat er weinig water is, is het verre van uitgestorven!


Hallo Jan, ik kwam op je site doordat ik zocht naar Kwintelooyen. Ik was op zoek naar heidelibellen en in dit gebied schijnen er heel veel ervan voor te komen. Aan je foto’s te zien is dat ook zo. Misschien dat ik er ook eens een bezoek aan breng, het staat in elk geval op mijn “to do” lijst.
LikeGeliked door 1 persoon
Leuk! Heidelibellen zitten er zeker heel veel. Het is een heel bijzonder gebied!
LikeLike