Loopkevers voor biodiversiteit op akkers

Door Jan-Freerk Kloen

In april is er door de NJN (Nederlandse Jeugdbond voor Natuur) een kamp georganiseerd op de boerderij bij Francine van Rossem. Tijdens dit kamp is er vooral gekeken naar de vogels, waaronder korhoenders, op de Sallandse Heuvelrug, maar als extraatje is er ook gekeken naar de loopkevers in de (moes)tuin van Kruidenhuis de Vlo.

De heidekortnek (Nebria salina) werd het meest aangetroffen

Loopkevers zijn belangrijk in de biologische groenteteelt. Het kan een natuurlijke bestrijding vormen tegen ongedierte, doordat vooral de grote dieren flinke beesten naar binnen kunnen werken. Zo kom je onder andere van je luizen en ook andere lastpakken af. Door bijvoorbeeld verhogingen in de grond met ook stukjes ruigte en kruiden kun je loopkevers aantrekken. In Engeland zijn ze daar al goed mee bezig, met de zogenaamde “beetle banks”. Dat zijn van die walletjes waarin loopkevers zich thuisvoelen, en zo ook het ongedierte kunnen aanpakken op een natuurlijke manier.

Dit deden we door (yoghurt)potten in de grond in te graven met de rand op grondniveau. Zo kunnen de rondrennende loopkevers makkelijk de pot in lopen, waar ze zonder hulp niet meer uitkomen.

Aan het eind van het kamp (en tussendoor) hebben we de potten geleegd om te kijken wat erin zat. Helaas hebben we geen heel spectaculaire soorten aangetroffen, maar het was wel interessant om naar te kijken. Het viel wel op dat het allemaal soorten waren van droge, open zandgronden en/of akkers. Dat kwam nogal overeen met de habitat daar.

Wat wel bijzonder was, was de vangst van de kleine roodpoothalmkruiper (Harpalus griseus). Dat is een soort die de laatste jaren algemener is geworden, maar weinig met bodemvallen wordt gevangen, maar meestal met lichtvallen. Echter is ook dit een soort van droge zandgronden en akkers, dus wat dat betreft viel hij te verwachten.

Heel bijzondere soorten hebben we niet aangetroffen, maar wel een grote diversiteit en hoge aantallen. Alles bij elkaar hebben we 6 soorten aangetroffen, van groot tot klein van verschillende geslachten. Ook waren het bij een aantal soorten grote aantallen, van 10 of meer per soort. In totaal hebben we dat kamp 25 potten neergezet, waarin we meer dan 100 loopkevers gevangen hebben. Het is niet uitgesloten dat er daar nog meer soorten bij zaten die per ongeluk weer zijn vrijgelaten. Precieze aantallen zijn er ook niet opgeschreven, omdat dat eigenlijk ook niks zegt bij zo’n klein onderzoekje van twee dagen en één nacht. Het is wel belangrijk om een schatting te maken. Hieronder volgt een lijstje met een minimum of maximum van het aantal loopkevers per soort.

– Kleine roodpootglimmer (Amara anthobia): <5 gevangen

– Dwergglimmer (Amara tibialis): ±1 gevangen

– Heidekortnek (Nebria salina): >15 gevangen

– Roodpoothalmkruiper (Harpalus rufipes): <5 gevangen

– Kleine roodpoothalmkruiper (Harpalus griseus): <5 gevangen

– Glanspriemkever (Bembidion lampros): >10 gevangen

Om een goed beeld te krijgen van de loopkevers op een terrein moet je minimaal een week met zowel bodemvallen als lichtvallen vangen en determineren. Ik zou het met alle plezier nog een keer doen daar in een vakantie, dan kom ik wel weer langs en neem ik ook een binoculair mee, wat nu teveel gedoe was!

De kans is heel groot dat we veel soorten, en sowieso veel aantallen gemist hebben. Zo’n potje is tenslotte maar een zeer klein oppervlak waar ze in kunnen lopen ten opzichte van het hele terrein van zo’n 150 bij 80 meter. Ook zitten er waarschijnlijk veel loopkevers in de grond, die we niet gevonden hebben omdat ze niet boven de grond komen. Tijdens het aardappels poten wat we ook nog een stukje gedaan hebben voor Francine, hebben we ook meerdere soorten aangetroffen. Dat waren voornamelijk onder de grond levende loopkevers.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: