“De notenkraker is een zeer zeldzame dwaalgast in Nederland. Hij leeft in Scandinavië en de Alpen. Ook in België zit hij als zeldzame broedvogel.

Gisteren is er een Siberische notenkraker in Wageningen ontdekt, waar vandaag hordes en hordes vogelaars op afkwamen. Meer dan 250 mensen zijn al komen kijken! Ik ben ook gaan kijken. Het beest bleek handtam, waarschijnlijk doordat hij in zijn leefgebied nooit met mensen in aanraking is geweest. Zelfs met alleen mijn macrolens prima te fotograferen en te bewonderen.”

Het is koud, het waait hard. Ik kijk naar beneden, op zoek naar een plek om even uit te rusten. Onder mij heb ik uitzicht op een grijze wereld. Overal steen, rook en bewegende stukken blik. Heel anders dan waar ik vandaan kom. De Scandinavische bossen ruiken heerlijk fris en de bomen zijn prachtig groen. Toch had ik zin in iets nieuws. Ik laat me meevoeren door de harde oostenwind. Honderden bossen heb ik al gezien, en honderden steden. Deze stad heeft naast steen en asfalt ook groen. Het wordt steeds meer groen, tot ik aan het eind van de stad ben. Ik laat mezelf omlaag glijden tot ik zie dat ik bijna op de grond ben. Ik fladder weer iets omhoog en land op een tak.

Rustig kijk ik om me heen, ik neem de omgeving in me op. Het ziet er best aangenaam uit. Geen noot of dennenappel te zien, maar in het grasveld zitten vast ook lekkere hapjes verstopt. En anders kan ik altijd weer verder vliegen.

Ik duik omlaag. Het gras zit vol met allerlei rupsen. Als ik iets beter zoek kom ik ook emelten tegen. Het is lekker rustig, geen vogel te zien. Dit hele paradijs heb ik voor mij alleen! Ik vreet lekker door. Voor de zekerheid begraaf ik ook wat rupsen. Stel dat het opeens heel koud wordt, dan heb ik toch nog een reservevoorraad.

Eerst maar eens kijken hoe het eruit ziet hier….

Zo ga ik lekker door. Eten, meer eten en een wintervoorraad aanleggen. Een paar dagen achter elkaar. Deze wereld lijkt wel verlaten. Zien al die vogels die overvliegen dan niet dat hier zoveel eten is? Ik maak me er maar niet al te druk om, des te meer is er voor mij!

Ineens voel ik dat er naar me gekeken wordt. Ik kijk om en zie een wezen op twee benen lopen, in mijn richting. Hij loopt voorzichtig, alsof hij aarzelt of hij wel dichterbij moet komen. Ik trek me niks van hem aan. Ik heb nog nooit zo’n wezen gezien, maar hij ziet er niet uit alsof hij veel kwaad kan. Hij gaat op de grond liggen, en ik loop wat in zijn richting. Wat is dit voor wezen? Wat doet hij met die toeter voor zijn ogen? Er komen klikgeluiden uit.

Een wezen met een toeter. Nu is het er nog maar eentje, maar wacht maar….

Een paar minuten later komen er meer van die wezens aanlopen. Allemaal hebben ze zo’n toeter bij zich. Ze gaan naast de eerste man liggen en maken ook van die klikgeluiden.

Ze blijven tot het donker is, en verdwijnen dan achter elkaar in het duister.

De volgende dag word ik al vroeg gestoord. Ik zit rustig op een tak te dutten, maar ineens hoor ik een schreeuw vlak onder mij. Er staat weer zo’n wezen, met een toeter. Van allerlei kanten komen er meer van die wezens aanrennen, allemaal met een toeter. Ik doe mijn ogen weer dicht. Raar gedrag, een beetje rondrennen, kruipen en klikgeluiden maken.

Als ik echt wakker ben vlieg ik weer naar het grasveld om verder te gaan met mijn voorraad. De wezens rennen achter mij aan. Ik negeer ze volledig. Kan mij wat schelen, er is ruimte genoeg. Ze gaan plat op hun buik liggen, met de toeters op mij gericht. Het maakt mij niet uit. Gisteren kon het geen kwaad, dan nu vast ook niet.

Het halve kringetje groeit snel. De ochtend begon met slechts tien wezens, maar elke minuut lijkt er eentje bij te komen. Af en toe gaat er eentje weg, maar als ik even opkijk van mijn bezigheden in het gras tel ik maar liefst vijftig van die wezens met klikkende toeters. Ik ga verder, van rups naar rups. Af en toe kom ik best dichtbij de wezens. Soms deinzen ze achteruit, maar anderen komen juist wel héél dichtbij. Ze liggen ook in de weg. Ik wil gewoon door, ga aan de kant! Ik zie ze verwonderd naar mij kijken als ik weer tussen de benen van een wezen doorloop. Ja hallo, ik neem gewoon de kortste weg. Als dat tussen een paar benen door is, dan is dat maar zo.

In het lange gras vind ik de meeste rupsen, dus daar kom ik het meest. Het valt me op dat als ik daar ben dat de wezens dan veel minder in de weg lopen. Zodra ik weer in het korte gras kom hoor ik een en al geklik en komen ze weer wat dichterbij. Het wordt bijna een spelletje zo! Ik probeer het: en ja, als ik het lange gras in loop kruipen ze achteruit, en als ik het korte gras in loop kruipen ze vooruit. Aha, dat kan ik gebruiken om ze eens goed moe te maken af en toe. Ik ga steeds op de rand lopen. Soms weer achter het gras, soms weer ervoor. Er is constant beweging te zien bij de wezens.

Deze lag echt in de weg… Ik geef toe, híj lag er eerst en ik liep op hem af, maar ík wil rupsen en híj ligt daar alleen een beetje klikgeluiden te maken… Foto: Peter van de Braak

De rupsen heb ik intussen ook wel gezien. Ik spreid mijn vleugels, en vlieg op, naar zo’n gebouw. Op een balkon land ik, tussen de bloembakken. Daar is niet zoveel te eten. Het duurt echter niet lang voor de deur opengaat. Weer zo’n wezen. Deze heeft alleen niet zo’n toeter. Is hij ziek? Misschien gehandicapt? Wel heeft hij een mand vol broodkruimels mee. Dit wezen is tenminste aardig. Hij ligt niet in de weg en geeft mij zelfs eten! Zo hoef ik niet eens te zoeken naar die rupsen. Dat zal ik onthouden. Beneden mij zie ik de wezens met toeters al weer verzamelen, maar mijn ogen zijn toch vooral gericht op het eten. Hier kan ik nog wel even blijven. Eten genoeg in het grasveld en broodkruimels op het balkon!

11 reacties op “Siberische notenkraker in Wageningen”

  1. jan katsman Avatar

    Leuk gedaan JF Holgersson!

    Like

    1. Jan-Freerk Kloen Avatar

      Heeft er wel wat van hè 😉. Dankjewel!

      Like

  2. Frede de Wit Avatar
    Frede de Wit

    Prachtig, scherp beeldverhaal. Smullen dus. Meer van dit is welkom.

    Frede uit Oss, groet je

    Geliked door 1 persoon

    1. Jan-Freerk Kloen Avatar

      Dank! Het was voor mij ook een probeersel, het eerste verhaal in deze stijl op mijn weblog. Als mijn tijd en fantasie het toelaat zal er zeker meer komen! Groetjes Jan-Freerk

      Like

  3. Dorine van Asten Avatar
    Dorine van Asten

    Met een big smile je verhaal gelezen. Ik ben gister (woensdag 21-11) geweest en hoe herkenbaar is je verhaal.

    Like

    1. Jan-Freerk Kloen Avatar

      Dankjewel! Ik lag er zelf dus tussen, maar tegelijk dacht ik ook aan hoe belachelijk het eigenlijk is. Maar de plaatjes zijn toch ook wel weer leuk!
      Groetjes Jan-Freerk

      Like

  4. Nys Visser Avatar
    Nys Visser

    Dit verhaal is geschikt voor je vak biologie of… Wij genieten er van!!!

    FreNy

    Geliked door 1 persoon

    1. Jan-Freerk Kloen Avatar

      Ja en voor Nederlands 😉 Dankjewel!
      Groetjes Jan-Freerk

      Like

  5. Doortje Udo Avatar
    Doortje Udo

    Ik eet geen rupsen maar emelten. Vaak verstop ik ze in het gras en leg er dan een blaadje op als camouflage.

    Geliked door 1 persoon

    1. Jan-Freerk Kloen Avatar

      Ik heb hem ze beide zien vangen inderdaad, en ook dat blaadje was een leuk detail!

      Like

  6. Invasieverschijnselen in de vogelwereld – JFK Natuurblog Avatar

    […] in dit lijstje, maar dat is van een invasiegast een echte dwaalgast geworden. In 2018 zat er nog maandenlang eentje in Wageningen zijn tijd uit te zitten, die werd door vele honderden vogelaars […]

    Like

Plaats een reactie

Over de auteur

Jan-Freerk Kloen Avatar

Maak een website of blog op WordPress.com