Vanochtend ben ik met mijn vader vanaf Fredeshiem in Steenwijk gaan fietsen richting de Rottige Meente en de Weerribben. De Rottige Meente voor de vogels en de Weerribben voor de libellen.
Tijdens het fietsen hoorden we al een hoop spotvogels, rietzangers en bosrietzangers. Terwijl ik bij de Rottige Meente een spotvogel stond op te nemen ontdekte mijn vader een roerdomp, die rustig door de ruigte liep, af en toe eens stilstond en om zich heen keek, en dan weer doorliep. Hij liet zich schitterend zien, en dat in de zomer!


In de Weerribben wemelde het van de bruine korenbouten. Zo zeldzaam als ze in de rest van het land zijn, zo algemeen zijn ze in de Weerribben. Het was veruit de algemeenste libel daar, en ze waren echt overal.


Uiteraard ook veel gewone oeverlibellen en viervlekken. Al heel snel ontdekte ik ook vanaf de fiets een zilveren maan, een zeldzame parelmoervlinder die je daar kunt zien als je geluk hebt.

Onderweg naar het Woldlakebos hoorden we ook twee nachtegalen, dat is inmiddels ook een zeldzame soort in het binnenland. Ook zagen we 5 exemplaren van de sierlijke witsnuitlibel, een zeer zeldzame libel die alleen in en rondom de Weerribben nog te vinden is.

Bij het Woldlakebos ging het erom. Heel erg veel vroege glazenmakers en bruine korenbouten, grote keizerlibellen, een vuurlibel, en veel smaragdlibellen. Ook vloog er een mannetje gevlekte glanslibel langs, ook een van de zeldzaamheden van de Weerribben, maar die heb ik niet op de foto gekregen.





Sowieso een leuk inkomertje voor het Libellenkamp van de NJN in de Weerribben volgende week!