Prachtige dag, einde meivakantie (deel 2)

Donderdag 14 mei 2015

Na de ochtendwandeling gingen we ’s middags nog naar Witte Veen, nadat we een tip hadden gekregen dat er veel adders zouden zitten. Op de fiets vertrokken we vanuit het huisje aan het Buurserzand, op weg naar het Witte Veen. Toen we er aankwamen was het eerste wat ons opviel de drukte. Tientallen fietsers gingen door het gebied. Dat is natuurlijk niet gunstig als je adders zoekt. Het was warm en heel zonnig. Vlak achter de ingang van het gebied stonden een stuk of 40 Schotse hooglanders midden op het fiets- en wandelpad. Het scheelde flink dat ze nog geen kalfjes hadden, anders was het zeer lastig geweest om er langs te komen. We hadden de Schotse hooglanders achter ons gelaten en gingen op zoek naar adders. Tijdens de speurtocht werden we steeds afgeleid door hooibeestjes, kleine vuurvlinders en verschillende soorten libellen zoals viervlek en noordse witsnuitlibel.

Een viervlek
Een viervlek

Bij een kruispunt sloegen we af naar een wandelpad, waar het ook druk was, maar niet zo erg als het fietspad. Daar zagen we ook weer een bont dikkopje, de eerste keer dat we er een op een bloem zagen. Nu was het eindelijk rustig genoeg voor reptielen. Helaas geen adders, maar er was wel een levendbarende hagedis die zich prachtig liet zien. Wel met veel sprietjes ervoor, wat het fotograferen onmogelijk maakte. We liepen verder, een koekoek vloog luid koekoekend over, een de sprinkhaanzanger liet zich duidelijk horen. We kwamen in een stukje bosachtig terrein, met aan het begin een nest van de grote bonte specht, waar de jongen zich luidkeels lieten horen. De ouders waren helaas te schuw, een ik heb het voeren niet op de foto kunnen krijgen.

Bij een stukje bos was een oude schuur omgebouwd tot een kijkhut, maar er was weinig te zien, hoewel er boomkikkers zouden moeten zitten en er een grote braamstruik vlak naast stond. Toen we er weg gingen hoorden we heel hard geritsel. Was het een slang? Het klonk wel als iets groters dan een hagedis. De takjes schudden ook helemaal heen en weer. Het kon een hazelworm geweest zijn, maar een adder was ook zeker niet onmogelijk. Ik wist bijna precies waar het beest zat, en ik nam me voor om net zo lang te blijven tot ik wist wat het was. Helaas was de “wat-het-dan-ook-was” net zo koppig als ik, dus heb ik het na een tijdje toch maar opgegeven en zijn we verder gegaan.

Dit was het einde van deze prachtige meivakantie.

Een vuurjuffer
Een vuurjuffer

 

Het bonte dikkopje, de eerste keer dat we deze zeldzame soort op een bloem zagen zitten
Het bonte dikkopje, de eerste keer dat we deze zeldzame soort op een bloem zagen zitten
Ook hier waren weer veel poelkikkers
Ook hier waren weer veel poelkikkers

 

Noordse witsnuitlibel
Noordse witsnuitlibel

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: