De volgende dag, dinsdag 12 mei, gingen we eerst natuurlijk enigszins uitslapen. Dat wil in ons geval zeggen, tot een uur of 9. Daarna gingen we ontbijten, en ik ontdekte dat er vlak naast het raam op mijn slaapkamer een zanglijsternest zat. Het nest zat ongeveer op een halve meter van mijn raam en ik had er perfect zicht op. Helaas kwamen de volwassen vogels niet voeren als ik met een camera klaarstond, maar ik heb het wel een paar keer zien gebeuren.

Daarna gingen we naar onze voortuin, oftewel: het Buurserzand. Je hoefde alleen het weggetje over te steken, dan was je al in dit prachtige veengebied. Je moest nog wel een stukje langs het weggetje lopen, omdat er tegenover ons huis geen pad was. Nadat we een halve kilometer langs de Langenbergerweg, het “weggetje”, hadden gelopen, kwamen we bij het Buursermeertje. Een soort meertje dat eigenlijk meer een recratieplas was geworden. Een dag eerder had ik namelijk zelfs mensen zien zwemmen in het Buursermeertje. De ene kant was domein van de mensen en honden, de andere en achterste kant was het terrein van tientallen poelkikkers. We liepen naar de andere kant van de plas en ik ontdekte meteen iets bijzonders. Een klein dagvlindertje, dat ook nog best op een nachtvlinder leek. Een dikkopje dus. Ik wist hem op de foto te krijgen, en aan de foto kon mijn vader zien dat het een spiegeldikkopje was! Het spiegeldikkopje is één van de allerzeldzaamste vlinders van Nederland, daar was ik natuurlijk hartstikke blij mee. Ook waren er vrij veel groentjes en kleine vuurvlinders.


Terwijl ik een groentje aan het fotograferen was, zag mijn vader een hagedisje, een levendbarende hagedis. Deze kon ik ook erg mooi op de foto krijgen. We liepen verder. Er waren heel veel libellen. Platbuiken, viervlek en veel juffertjes zoals azuurjuffer en vuurjuffer. Mijn vader ontdekte ook nog een witsnuitlibel, maar we wisten niet welke soort. Dat zouden we later met de goed gelukte foto’s nog wel kunnen uitzoeken. Ook stak er voor ons op het pad een heikikker over. Veel boompiepers en fitissen waren er ook. Er stonden ook veel jeneverbessen. In die jeneverbessen zaten ook weer veel zangvogeltjes zoals roodborsttapuit en grasmus.
We zagen nu dat er heel erg veel witsnuitlibellen waren. Misschien hebben we deze dag wel 50 van die beesten gezien. Ook ontdekte ik weer een spiegeldikkopje. Hij vloog snel voorbij, maar al gauw zagen we dat er een mooi zonnig en beschut plekje was, en waarschijnlijk zou hij daar zijn gaan zitten. We gingen kijken, en ja hoor, daar zat hij. Toen zagen we dat hij niet alleen was. Vlakbij hem zaten nog 2 spiegeldikkopjes.

Dit was echt geweldig. Ik heb ook nog mooie foto’s gemaakt. Een stukje verderop zaten al weer 2 spiegeldikkopjes naast het pad. We zaten al op 6! Een stuk verderop stond heel veel veenpluis. De kleine witten wolletjes op een stokje. Ook hier bij dit ven waren weer veel witsnuitlibellen en poelkikkers. Een stuk verderop bij een bruggetje barstte het echt helemaal los. Een stuk of 80 poelkikkers waren hier luid kwakend achter elkaar aan aan het springen. Ook het dodaarsje liet zich nog even horen. Ook stond er veel zonnedauw, zowel kleine als ronde zonnedauw stond er in het moerassige gebied. Een stuk verderop was er ook weer een prachtige levendbarende hagedis. Deze had helaas iets andere plannen dan ik, en ik heb hem niet op de foto kunnen krijgen. Iets verderop waren ook weer 2 spiegeldikkopjes. Samen dartelden ze wat om elkaar heen. We gingen een stuk bos in. Tussen de bomen door zagen we een vrouwtje ree in een weiland staan grazen, niet heel ver weg. We waren bijna terug bij het huisje en het werd kouder. De zon maakte plaats voor de wolken, en we zagen bijna geen vlinders meer. Wel kwam het mannetje koekoek nog even langs. Terug bij het huisje ging ik nog even proberen het voeren bij de jonge zanglijsters te fotograferen, maar dat lukte niet.
Ik keek nog even in mijn vlindergids naar het spiegeldikkopje. Geintje! Nu ik in mijn vlindergids keek, zag ik dat het helemaal geen spiegeldikkopjes waren! Wat het wel waren vond ik ook niet, want mijn vlindergids is soms een beetje vaag. We zochten het op met de telefoon van mijn vader. Hij vond op internet een overzicht van alle dikkopjes. Dat hielp. Zo kwamen we er achter dat het bonte dikkopjes waren. Geen spiegeldikkopjes dus, allemaal bonte dikkopjes. In totaal 9 stuks.
Toen we thuis kwamen op vrijdag hadden we opgezocht welke soort witsnuitlibellen het waren, de eerste was een venwitsnuitlibel, alle anderen waren noordse witsnuitlibellen.












