Op vrijdag 19 december 2014 is het de laatste dag voor de kerstvakantie. Omdat we een korte dag hadden (12.50 uur uit i.p.v. 15.00 uur) ging ik na school nog wat leuks doen.

Begin dit jaar hoorde ik van een IVN-gids dat er op de Wageningse Berg ransuilen zaten in de winter. Begin dit jaar, om precies te zijn op 31 januari, ging ik kijken of het waar was. Toen zagen we 14! ransuilen.
Om een lang verhaal kort te maken: ik ging ’s middags op de Wageningse Berg ransuilen kijken. Mijn school is ook op de berg, dus ik hoefde niet ver te fietsen. Al toen ik mijn fiets neerzette zag ik de eerste uil. Hij zat op precies dezelfde plek als er vorig jaar ook een zat. Misschien dezelfde uil, misschien ook niet. Blijkbaar was dat een lekker plekje. In die zelfde boom zaten er nog 2, dus de teller stond op 3.
Voor mijn verjaardag, ik was op 16 december jarig, had ik een driepootstatief gekregen, dus die kon ik mooi gebruiken.
Ik zette gauw mijn statief op, zodat ik kon beginnen met foto’s maken. Deze drie ransuilen zaten erg tussen de takken, dus ik ging op zoek naar minder onopvallende uilen. Bij de tweede tuin was het al raak. Toen ik daar langs liep en in de coniferen keek, zag ik er eentje zitten. Er kwam een mevrouw naar buiten die vroeg of ik de uilen op de foto wou zetten. Daar zei ik geen nee tegen, en een paar seconden later stond ik in de tuin en zag er nog 2. “Ik ga net weg, maar je mag in de tuin blijven voor de uilen”, zei de mevrouw.
Ik maakte een paar foto’s en ging gauw verder zoeken naar meer uilen. Al snel zag ik aan de overkant van de straat in een hele dichte conifeer een ransuil zitten, nummer 7. In die zelfde boom zat er nog een.

Onder de boom lagen ontzettend veel braakballen. Ik kwam een buurtbewoonster tegen, die vroeg of ik ook in haar conifeer wilde kijken. Natuurlijk ging ik kijken, maar in haar boom zat niks. Verderop in de straat zag ik nog wel een uil, nummer 9, dus heb ik haar die laten zien. Bij haar buren zat heel mooi een uil pal voor het balkon. Ik dacht nog, daar zal je maar wakker worden terwijl je recht in de ogen wordt gekeken door een uil. De vrouw zei: “je moet vooral vragen of het balkon op mag. Ze zijn heel aardig”. Dus belde ik aan. Ik werd enthousiast binnen gelaten door een mevrouw en mocht meteen naar boven. Er stond een dikke laag water op het balkon, maar ik had er we een paar natte voeten voor over. De ransuil keek me recht aan. Toen ik goed keek, zag ik net rechts en vlak onder de eerste uil een tweede zitten. Ik kon een paar mooie foto’s maken.

Toen de mevrouw het putje ging ontstoppen vonden ze het iets te veel en vlogen weg. Toen ze weg waren zag ik op de plek onder de tweede uil nog een uil zitten, die niet weggevlogen was. Er zaten helaas te veel takken voor, dus ging ik weer naar beneden. Met een “tot ziens” en “je mag gerust nog een keer langskomen” liep ik weer naar de tuin waar ik als eerst in de tuin geroepen was. De zon was gaan schijnen en de uilen zaten nog mooier dan eerst. Ik maakte een paar foto’s en ontdekte dat er nog een uil in die boom zat. Toen vloog er opeens een raaf over. Die had ik nog nooit gezien boven Wageningen, dus daar was ik ook erg blij mee. Uiteindelijk zag ik 13 uilen.

Ik liep terug naar mijn fiets, want helaas was de batterij van mijn fototoestel leeggeraakt. Tevreden fietste ik terug naar huis, waar ik gauw een verhaaltje voor mijn weblog Janboel van Fladderaars en Kruipers ging schrijven.
