De winter staat voor de deur, en er komen veel vogels in de tuinen om zaadjes en vetbollen te eten. De putter, door ons ‘kerstvink’ gedoopt omdat hij vooral rond kerst bij ons in de tuin zit, komt zaadjes van de kaardenbollen eten. De huismussen, sinterklaasmussen, komen graag op de zelfgemaakte voedersilo’s, en de pimpelmees, gekleurde mees, doet zich te goed aan de pindakaaspot die we in de tuin hebben hangen. Kortom, vogels genoeg in de tuin. De huismussen hebben al ruim anderhalve voedersilo leeggegeten, met hulp van het roodborstje. De gaai zorgt dat er geen pinda meer overblijft aan het pindasnoer, en het netje met pinda’s is leeg dankzij veel huismussen en af en toe een gaai die brutaal en het netje gaat hangen. De putters houden veel van de zaden van de kaardenbol en teunisbloem. Ook heb ik intussen een putter op de overblijfselen van de guldenroede. Soms komt er een grote bonte specht langs, en natuurlijk hebben we ook koolmeesjes, merels, spreeuwen, kauwtjes en duiven in de tuin.
Nu maar hopen dat we nog zo veel vogels in de tuin hebben als de nationale tuinvogeltelling van de vogelbescherming begint. Dat is op zaterdag 17 en zondag 18 januari 2015.


